Nieuws
Nieuwsbrief 57, 9 december 2025
9 december 2025
Nieuwsbrief Vereniging van Oud-Parlementariërs nr. 57
De commissie rechtspositie heeft onlangs overleg gevoerd met zowel het ministerie van BZK als met de wethoudersvereniging over de voortgang van wat heet ‘het invaren van de APPA-pensioenen bij het ABP’.
Gerrit Jan van Otterloo, voorzitter van de commissie rechtspositie VOP (gerrit.jan@vanotterloo.org) informeert u in deze nieuwsbrief over de ontwikkelingen en stand van zaken.
DE VOORGESCHIEDENIS
De Kamer heeft al zo’n twintig jaar geleden uitgesproken dat het APPA – het pensioen voor politieke ambtsdragers – niet langer vanuit de begroting van de betreffende overheden betaald zou moeten worden maar fonds-gefinancierd zoals dit – overeenkomstig de pensioenwet – geldt voor ambtenaren en werknemers.
Vervolgens heeft de commissie Dijkstal de mogelijkheden daartoe verkend en aangegeven dat aansluiting bij het ABP daartoe de voor de hand liggende optie zou zijn.
Vervolgens heeft de Kamer overeenkomstig dat advies het APPA aangepast en geharmoniseerd met het ABP-reglement.
Het Kabinet wil nu in het kader van de veel besproken Wet toekomst pensioenen de daarin geregelde wijziging van het pensioenstelsel combineren met èn de overgang van het begrotings-gefinancierde APPA naar het fonds-gefinancierde ABP èn het ‘invaren’ van het ABP in het nieuwe stelsel.
WET TOEKOMST PENSIOENEN
Het ABP zou op grond van de Wet toekomst pensioenen (WTP) 1 januari 2027 over moeten gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Aan die overgang zitten, voor verschillende leeftijdscategorieën, grote verschuivingen in de reserves vast.
Deze verschuivingen beperken de mogelijkheden voor het verhogen van de uitkeringen aan reeds gepensioneerden.
Daarnaast zien we dat er bij de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel bij diverse andere pensioenfondsen sprake is van een zogenoemde ‘invaarbonus’ voor de al gepensioneerden. Niet duidelijk is hoe dit bij het ABP gaat.
Zo dit ook daar het geval zou zijn dan moet bedacht worden dat deze ‘bonus’ vooral wordt betaald uit reserves ontstaan door minder te indexeren in de afgelopen jaren.
WETSVOORSTEL OVERGANG NAAR FONDSFINANCIERING/OVERDRACHT NAAR ABP
Onze commissie heeft in het eerste commentaar op het ontwerp-wetsvoorstel en de memorie van toelichting de volgende punten naar voren gebracht:
1. Ten principale zijn wij van mening dat binnen het ABP de APPA-gerechtigden een eigen aparte positie moeten krijgen die lijkt op de aparte positie die de militairen al hebben.
Omdat het pensioenreglement van het ABP is geschreven voor redelijk stabiele arbeidsrelaties terwijl de per definitie kort(er) durende politieke functies en carrières anders verlopen. Hetgeen duidelijk anders is dan doorgaans bij ambtenaren.
2. Tezamen met de andere vertegenwoordigers van APPA-gerechtigden willen wij betrokken worden in de gesprekken over de berekeningen met de Nederlandse Bank en ABP. Onze groep pensioengerechtigden is klein genoeg om goed bij het vereiste transitieplan betrokken te worden.
3. In de huidige versie van het wetsvoorstel ontbreekt een overgangsartikel met betrekking tot wijzigingen in het nieuwe pensioenreglement ten opzichte van de huidige versie. Dit betekent dat er gedurende een jaar voor APPA-gerechtigden de verbeteringen niet beschikbaar zijn. Zo zijn er verbeteringen in het nabestaandenpensioen. Juist op dit voor APPA-gerechtigden gevoelige dossier zouden dan die verbeteringen in het overgangsjaar niet beschikbaar zijn. Dat vinden wij onaanvaardbaar.
4. Hoe zeker is de overgang per 1 januari 2028 nu het ABP zelf bij de Nederlandse Bank een deadline heeft gemist bij het inleveren van de eigen plannen voor het invaren en mogelijk 1 januari 2027 niet haalt? BZK heeft daar geen inzicht in maar ziet wel problemen voor het ABP als zij niet voor 1 januari 2028 zijn overgegaan.
5. Is er nog een kans dat Brussel een openbare aanbesteding zal verlangen? BZK wil niet speculeren over een mogelijke aanwijzing uit Brussel.
6. Welke informatie kan BZK ons verschaffen over de voortgang en de wijzigingen in de vermogenspositie van het ABP, de keuzes die daar worden gemaakt en die van invloed zijn op de ruimte voor indexatie van de pensioenen?
In het algemeen hebben wij BZK gevraagd om samen met de uitvoerder ProAmbt juist over deze overgang meer en vaker informatie te verschaffen. BZK komt later op ons verzoek terug.
7. Wij vinden dat - ongeacht of je de indexatie wel of niet het predicaat ‘invaarbonus’ geeft - het ABP de APPA-pensioenen met minimaal hetzelfde percentage moet verhogen als de overige pensioenen. Daar waar de APPA-pensioenen bevroren (en zelfs verlaagd) werden vanwege de lage dekkingsgraad en tekortschietende reserves mag de solidariteit niet worden losgelaten wanneer de gewone ABP-pensioenen worden verhoogd.
Er komt een internetconsultatie waaraan de VOP een bijdrage zal leveren. Het gehele wetgevingstraject moet voor 1 januari 2027 zijn afgerond.
DE (INDIVIDUELE) PENSIOENGRONDSLAG
Bij de overgang naar fondsfinanciering moeten alle pensioenafspraken bij elkaar opgeteld worden tot een bedrag ineens. Alle betrokken overheidsorganen inclusief de Hoge Colleges van Staat moeten hun deel hierbij afzonderlijk inbrengen
Gemeenten, provincies, waterschappen etc. hebben in het algemeen hiervoor reserveringen gemaakt maar voor parlementariërs is dat nooit gebeurd. Pensioenen van de APPA-gerechtigden zijn altijd uit de begrotingen of reserves van de betreffende overheid betaald.
INDEXATIE PER 1 JANUARI 2026?
Op dit moment is het nog onduidelijk met welk percentage het APPA-pensioen geïndexeerd zal worden. De regel is dat dit hetzelfde percentage zal zijn als dat van het ABP-pensioen. Het is alleen op het moment van schrijven nog onduidelijk wat dat percentage zal zijn. Dit hangt af van de vermogenspositie en reserves van het ABP. Over het derde kwartaal was overigens de dekkingsgraad van het ABP gestegen van 117,5 naar 121,7 hetgeen een gunstige ontwikkeling is.
Eind november maakt ABP de indexatie bekend, mede in relatie tot de inflatiecijfers over het laatste kwartaal 2024 en de eerste drie kwartalen van 2025.