Artikelen

De anti-EU voorzitter van de EU

Het EU-voorzitterschap van Hongarije onder premier Orbán, wordt gekenmerkt door anti-EU retoriek en nationalistische politiek. Wat zijn de spanningen tussen Hongarije's rol als EU-voorzitter en de binnenlandse politieke koers van het land.

De anti-EU voorzitter van de EU

De mondiale geopolitieke ontwikkelingen maken intensivering van de Europese samenwerking bijzonder urgent. Joost van Iersel stelt dit in deze Nestor terecht vast. De EU dreigt het af te leggen tegen de VS en China. Europese veiligheid en concurrentievermogen vergen een bundeling van krachten: een politieke nadruk op wat ons bindt in plaats van wat ons scheidt. Dit half jaar was de lidstaat die hier lak aan heeft EU-voorzitter: Hongarije.

Populistische autocratie

Premier Orbán is een uitgesproken nationalist en vindt dat de EU zich niet met zijn land moet bemoeien: ‘Hongarije is soeverein’. Zijn populariteit is mede te danken aan ongekende anti-EU-retoriek en zijn eigengereide buitenlandse politiek. Hij misbruikt bovendien zijn vetorecht in de Europese Raad als wisselgeld voor onderhandelingen.

Het Europees Parlement vindt Hongarije geen democratie meer en bepleitte tevergeefs Hongarije het voorzitterschap ontnemen. Commissievoorzitster Ursula von der Leyen overlaadde Orban met verwijten tijdens het debat met hem in het EP. Vooral de aantasting van de rechtsstaat en zijn ‘vredesplan voor Oekraïne’ moesten het ontgelden. De Hongaarse premier noemde dat een ‘intifada’ tegen hem. De Commissie had subsidies aan Hongarije verminderd met niet betaalde boetes voor het overtreden van de EU-migratieregels. Het pleidooi om Hongarije het stemrecht te ontnemen in de Raad krijgt vooralsnog onvoldoende steun onder de lidstaten.

Ongebreideld populisme en anti-EU sentimenten blijven niet beperkt tot Hongarije. In veel Europese landen wint rechts radicalisme terrein. Overal wordt ingespeeld op de gevoelens van onveiligheid en onzekerheid. Immigratiebeperking is steeds de topprioriteit. Er is brede verontrusting over de ondermijning van democratische stelsels en woede over het optreden van de autocraten. Hoe kunnen die politieke ontwikkeling en vooral de behoefte aan ‘sterke mannen’ verklaard worden? Laten we als voorbeeld Hongarije eens nader onder de loep nemen.

In het Hongaarse parlement: minister Boka

Een delegatie van de Former Members Association (de VOP voor oud-EP leden) brengt elk half jaar een politiek werkbezoek aan de voorzittende EU-lidstaat. Dit keer was onze bestemming dus Boedapest.  Moesten we de anti EU-voorzitter van de EU wel bezoeken? Wat de doorslag gaf: het waren Hongaarse oppositie-parlementsleden en NGO’s die er bij ons op aandrongen om toch vooral te komen.

Wij werden zeer gastvrij ontvangen in het nationale parlement, dat meer op een keizerlijk paleis lijkt. Hier zette de minister van Europese Zaken Janos Boka de prioriteiten uiteen van de drie achtereenvolgende voorzitters Spanje, België en Hongarije. Samengevat: 1) versterking van de EU- concurrentiepositie in de wereld, 2) intensivering van de Europese industriële defensie samenwerking, 3) een consistent uitbreidingsbeleid gericht op de Balkan, 4) de noodzaak om het Migratie Pact te implementeren, vooral de ‘innovatieve asielregels’ en de versterking van de EU-buitengrenzen, en 5) de Groene en digitale transitie.

Minister Boka vond dat de EU het Chinese voorstel voor een brede economische overeenkomst serieus moest overwegen. Heel verrassend, omdat in de discussie over de Europese strategie vooral over China als concurrent wordt gesproken. Ik vroeg Boka welk doel gediend was met de anti-EU retoriek van zijn premier en hoe deze te rijmen was met de EU-voorzittersrol. Tot onze verbazing antwoordde hij dat er geen enkel doel mee gediend is en dat EU lidstaten juist met wederzijds respect met elkaar moeten omgaan. Het voorzitterschap van de ministerraden is er op gericht om voortgang te boeken op alle hierboven genoemde onderwerpen. Opmerkelijk: sommige delegatieleden kenden Boka nog als jonge medewerker van een Hongaars lid van de liberale fractie in het EP.

Fidesz

Buitenlandwoordvoerder van de Fidesz, Atilla Tilki, noemde de EU een boeket bloemen met verschillende kleuren, een verzameling staten met diverse culturen. Zijn partij was niet nationalistisch, maar patriottistisch, strijdend voor het Hongaarse nationale belang. Hongarije is volgens Fidesz een overwegend conservatief christelijk, onliberaal land dat zich geen liberale wetgeving laat opdringen door Brussel. Het centrale thema van de partij zijn familiewaarden. Zijn partijleider Orban zegt de Hongaren ‘te beschermen tegen woke-gevaren’ zoals LGBTQ-rechten, vrije abortus en seksuele voorlichting in het onderwijs. Ook voert Hongarije een zeer streng immigratiebeleid en laat het zich hier niet door andere landen of de Commissie vanaf brengen. Volgens de parlementariër zijn grof taalgebruik, tegenstanders uitschelden en provoceren deel van de historische politieke cultuur in Hongarije. Europese politici zouden zich hier in Brussel niet door op de kast moeten laten jagen.

De aanhangers van Fidesz wonen vooral op het platteland. Hier heerst grote armoede, mede door de hoge inflatie. Deze ellende wordt echter niet aan Orban toegeschreven maar aan de EU, die een te strenge financiële discipline zou hebben opgelegd bij de steunverlening. De import van goedkope landbouwproducten uit Oekraïne roept, net als eerder in Polen, sterke weerstand op bij de grote agrarische sector.

De partij veroordeelt de Russische agressie in Oekraïne, maar stelt dat de oorlog niet op het slagveld beslist kan worden. Dus geen wapenleveranties, maar een wapenstilstand om vredesonderhandelingen mogelijk te maken.

De eigen politieke en culturele soevereiniteit zit diep verankerd in de Hongaarse geschiedenis. De frustratie over het verlies van twee derde Hongaars gebied en daarmee drie miljoen inwoners (het ‘schandelijke’ Verdrag van Trianon, 1920) en de betekenis van de opstand van 1956 worden volgens onze gesprekspartners door buitenlandse critici onderschat. Dat Hongarije in WO I de kant van Duitsland en het Ottomaanse Rijk had gekozen lijkt op miraculeuze wijze uit het collectieve geheugen verdwenen te zijn. Hetzelfde geldt voor het trouwe bondgenootschap met Hitler in WO II.

De opstelling van Orban tegenover Oekraïne heeft deels historische wortels. De premier had nog een appeltje te schillen met dit land. Na WO II verloor Hongarije Transkarpatië aan Oekraïne als deel van de Sovjet-Unie. Spanningen over de positie van de Hongaarse minderheid (160.000) liepen sinds de Russische invasie op. Zelensky verwijt Hongarije pro-Russisch te zijn en Orban verwijt Oekraïne de Hongaarse minderheid slecht te behandelen en werpt zichzelf op als hun grote beschermer. 60.000 etnische Hongaren zijn inmiddels gevlucht naar hun ‘vaderland’.

Kritiek van de oppositie en NGO’s

De woordvoerders uit de oppositie noemen Hongarije een antidemocratisch land waar Orbans partij alle macht heeft. Fidesz heeft de constitutie zo veranderd dat zij van een twee derde parlementaire meerderheid is verzekerd. De partij is uitgesproken paternalistisch: er zit geen enkele vrouw in de regering, in het parlement is 90% man. De regering heeft zo’n vijfhonderd mediabedrijven samengevoegd en voert daar nu de volledige controle over. Oppositie en NGO’s komen daar niet aan het woord. Volgens het Hongaarse Helsinki Comité investeerde Fidesz bovendien zo’n miljard euro in sociale mediacampagnes. NGO’s hebben geen toegang tot het parlement en departementen om hun boodschap uit te dragen. De corruptie is ongebreideld: miljarden EU subsidies gingen vooral naar bedrijven en bestuurders die loyaal zijn aan Orbans partij.

Populisme, nationalisme en racisme worden volgens de critici ingezet om brede steun van de kiezers te garanderen. Orban mobiliseert zijn achterban volgens de klassieke methode van het zich afzetten tegen vermeende vijanden: de filantroop Soros, migranten, kosmopolieten, ‘woke adepten’, gender activisten en de ‘linkse Brusselse elite’. Orban werpt zich op als beschermer van de ‘gewone Hongaarse burger’, tegen de buitenlandse invloeden die de historisch gewortelde maatschappelijke orde en nationale trots willen aantasten. Wij tegen zij, het recept dat rechts populistische politici in heel Europa en natuurlijk de VS met succes toepassen. Zijn openbare optreden in de EU past in deze politieke strategie.

Orban contra zijn geldschieter

In de Europese Raad neemt Orban echter nauwelijks deel aan het debat.[1] Zijn dwarsliggerij levert per saldo heel weinig op omdat hij uiteindelijk steeds moet inbinden, aangezien hij nauwelijks steun krijgt. Van de kritiek op de rechtstatelijke gebreken in zijn land trekt hij zich vrijwel niets aan. Volgens de diplomaten die betrokken waren bij de onderhandelingen over de Hongaarse toetreding heeft de EU indertijd het hoofdstuk rechtsstaat ‘haastig en rommelig afgewerkt’. [2]

Hongarije heeft economisch en financieel veel te danken aan het EU-lidmaatschap. Toch is het is nog steeds een relatief arm land, dat in de EU op plaats 23 (BNP) staat. Alles wat fout gaat, zoals de zwakke economie, de inflatie, de lage lonen en de achterstelling van Hongaarse minderheden in buurlanden is volgens Orban de schuld van de EU. Dwars tegen de EU-afspraken in blijft Hongarije voor zijn energievoorziening afhankelijk van Rusland. Niettemin blijft Hongarije overtuigd lid van de EU: de Europese miljarden kunnen niet gemist worden.

Natuurlijk moet EU elke lidstaat zich aan zijn verplichtingen houden of anders sancties opgelegd krijgen. Maar in de praktijk spreken lidstaten elkaar nauwelijks aan op hun binnenlandse politiek: als je je niet met mij bemoeit, bemoei ik me niet met jou. 

Conclusie

Hongarije wilde en kon zich als EU-voorzitter politiek terughoudend opstellen: er hoefden op korte termijn geen grote knopen te worden doorgehakt. Wel moeten we constateren dat er nog steeds een grote cultureel en politieke kloof bestaat tussen de voormalige communistische landen en de West-Europese lidstaten met een veel langere democratische traditie. Conservatisme, autocratie, corruptie, rauwe omgangsvormen en nationale trots zitten diep verankerd in een land als Hongarije. Ook in buurlanden zien we vergelijkbare karakteristieken. Het gevaar van ‘besmetting’ van ons deel van Europa is dan ook niet zo groot, ook al winnen populistische partijen hier terrein. Wat we hoorden over Hongarije in het pompeuze parlement wekte bij onze delegatie de indruk van een historisch minderwaardigheidscomplex.

Een traumatische geschiedenis laat zich niet in één generatie uitwissen. Wat bij ons vanzelfsprekend lijkt, is het daar nog lang niet.

 


[1] Zie Tijn Sadée, De Clan van Orban, p.289

[2] Ibidem, p.289-290


Het Ravijnjaar
15dec

Het Ravijnjaar

  • Nestor

Het 'Ravijnjaar' 2026 komt eraan. Nederlandse gemeenten krijgen met grote financiële tekorten te maken Wat is de spanning tussen lokale...

'Met de rug naar de samenleving'
15dec

'Met de rug naar de samenleving'

  • Nestor

De groeiende groep “soevereinen” nader belicht.