Europese Unie 2024: volop uitdagingen in een grimmig klimaat
In een analyse beschrijft Joost van Iersel hoe de Europese Unie voor uitdagingen staat in een Europa tussen de grootmachten China en de VS.

Europese Parlement
Europese Unie 2024: volop uitdagingen in een grimmig klimaat
Economische veerkracht en Geopolitieke presentie
Joost van Iersel
De Unie is onvoldoende toegerust
Er is weer intens debat over de toekomst van de Europese Unie. De laatste 20 jaar beleefden we grote schokken, vanaf 2008 de ineenstorting van Lehman Brothers, ingrijpende financieel-economische crises, tsunami’s van migranten en vluchtelingen, COVID, en het ergste van alles: de onverhoedse Russische aanval op Oekraïne, een semi-Europese oorlog. De Unie heeft het allemaal overleefd, zij komt er als een wonder zelfs versterkt uit. Maar de beproevingen zijn allerminst ten einde. Zij krijgen deels ook een ander karakter. We beleven op een aantal terreinen een ongekende transitieperiode: politiek, economisch, sociaal en het internationale klimaat wordt over de hele linie ruwer. Donald Trump schudt de kaarten anders. Er heerst in brede kring verontrusting. De noodzaak van Europese gezamenlijkheid wordt breed gedeeld. Maar regeringen zijn niet voorbereid en de Unie is onvoldoende toegerust.
Nieuw kantelpunt
Het debat over de Unie valt echt niet uit de lucht. Er zijn allang zorgen als gevolg van de samenloop van drie ogenschijnlijk van elkaar losstaande factoren, die elkaar onderling versterken. Ten eerste gaat het om de impact van politieke en economische verschuivingen in de wereld, die Europa toenemend onder druk zetten. Ten tweede zijn er de politieke verschuivingen tussen en in de EU-lidstaten zelf. In de derde plaats draait het om een stabiele centrale aanpak van economische en bestuurlijke thema’s, die doorslaggevend is voor welvaart en welzijn in een tijd van toenemend protectionisme en geopolitieke spanningen. Deze factoren vormen de context van en voor een Europa met de ambitie een volwaardige medespeler in de wereld te worden. Nooit eerder lag deze inzet zo manifest op tafel. Dit kantelpunt valt samen met het mandaat van de nieuwe Commissie, hét moment om de wissels te verzetten. De Commissie Von der Leyen ging in al 2019 van start met geopolitieke ambities, wat echt nieuw was. Toen al was de analyse volstrekt juist en de Commissie heeft niet geaarzeld met de nodige initiatieven. Maar de realiteit was een EU met een gebrek aan een eigen strategie, gericht op een volwaardige plek in wereldverband, hoezeer ook de aanwezige capaciteiten en competenties op velerlei terrein daartoe ruime mogelijkheden bieden. Paradoxaal genoeg, was het vooral de machtspolitiek en de daarmee toegenomen druk van dérden, die hun stempel drukken op de EU. Het effect daarvan op een slinkende invloed van Europa begint danig te knellen.
De combinatie van economische en politieke factoren bepaalt de machtsverhoudingen, waarin de rivaliteit tussen China en de VS centraal staat. Sinds kort heeft de EU de moed China en ook de VS te bestempelen als systemic rivals of the Union. Vooral tegenover de VS als dé onmisbare en natuurlijke partner is dit een enorme stap. Amerikanen gaan hun eigen goddelijke gang. Een free riding Trump belooft weinig goeds. Decennialang heeft Europa zich gekoesterd onder de paraplu van een verlicht Amerikaans eigenbelang als garantie voor onze economische en politieke veiligheid. Die periode ligt definitief achter ons. Economisch staat regelrecht protectionisme voor de deur. Dat wordt niet lankmoedigheid, maar hard onderhandelen. Hierin staan sleuteltechnologieën en geavanceerde sectoren, met voorop de Big Tech, centraal. Dat is ook het jachtterrein van China, dat zijn eigen Big Tech heeft en een afgeschermd internet. Daarnaast speelt de machtsstrijd om de Zuid-Chinese Zee met Taiwan als politieke twistappel. De EU zit in dit gevecht tussen hamer en aambeeld. Handelsconflicten over bedrijfsspionage raken rechtstreeks Europese bedrijven, ASML is een schoolvoorbeeld. Tot dusver is er een ambivalent antwoord van Brussel: men is afhankelijk van Washington, maar wil de kanalen naar China ongemoeid laten. Met een substantiële uitbreiding van het aantal spelers, waaronder India en Brazilië, wordt het er niet eenvoudiger op. Inmiddels heeft Europa dramatische brandhaarden aan eigen grenzen te verwerken. De oorlog in Oekraïne ontaardt in een slijtageslag zonder weerga, met Oekraïne eerder aan de verliezende kant. Hoe zal Washington hiermee omgaan? Daarenboven verhogen hybride bedreigingen van Russische zijde de instabiliteit, vooral aan de Europese oostgrens. Voor het Midden-Oosten houden velen hun hart vast: Washington blijft Israël onwrikbaar steunen met verdere escalatie in de regio en alle politieke gevolgen van dien. Ten aanzien van deze hele geopolitieke omgeving vertoont Europa een verdeeld beeld.
Tegenover het verontrustende panorama geven de politieke verschuivingen tussen en in de lidstaten zelf evenmin aanleiding tot vreugde. Het goede nieuws voor het EP is dat het zogenoemde gouvernementele blok, bestaande uit de EVP, de Sociaaldemocraten, Groen Links en de Liberalen, op een totaal van 720 beschikt over een comfortabele meerderheid van 454 zetels. Maar voor de EU is het slechte nieuws de gestage uitbreiding van eurosceptici en van de anti-EU krachten ter rechter- en ter linkerzijde met meer dan 220 zetels. Dit zou een paar verkiezingen geleden ondenkbaar zijn geweest. Het euroscepticisme accentueert juist verschillen tussen partijen en landen, daarbij aangemoedigd door een flinke brok populisme. Migratie werkt als een splijtzwam, een iconisch thema dat zeer vatbaar is voor ideologisering en manipulatie. Maar het gaat dieper, nationalistische trends versterken zich. Inmiddels breiden zich deze trends zich in nogal wat landen zich over een breder politiek spectrum uit, niet alleen in Nederland.
Alarmerend rapport-Draghi
Van het intense debat over de toekomst is Mario Draghi de meest uitgesproken representant. De vorige president van de ECB en oud-premier van Italië heeft op uitdrukkelijk verzoek van Ursula von der Leyen in september een baanbrekend rapport op tafel gelegd, waarmee hij de weg plaveit voor de Commissie en de Unie voor de komende periode. Zijn rapport van 400 pagina’s omvat zowel een snoeiharde analyse als uitgewerkte sets van aanbevelingen in een reeks van tien centrale sectoren. Het is geheel in lijn met een soortgelijk rapport van oud-premier van Italië, Enrico Letto, over de Interne markt. Beide kwamen tot stand als gevolg van een breed gedeelde zorg over de concurrentiekracht van Europa. Verlies aan concurrentiekracht betekent verlies aan macht en invloed. Het rapport-Draghi is inmiddels in de EU het gesprek van de dag. In zijn analyse fileert hij scherp de oplopende achterstand van de Europese economie tegenover die van Amerika en China. In vergelijking met Europa signaleert hij in Amerika over een reeks van jaren minder regelgeving, meer technologie, hogere arbeidsproductiviteit, hogere groei, eigen energiebronnen, een bruisende kapitaalmarkt en gerichte steun voor de marktsector. Wat betreft China analyseert hij voordelen van de grote interne markt, het centraal gestuurde technologie- en industriebeleid, inclusief de financiering, in vitale sectoren, de zekerstelling van grondstoffen en de vruchtbare wisselwerking met het Belt and Road Initiative. In weerwil van haperingen gaat dit ambitieuze beleid onverkort door. Dit alles gaat gepaard met een afbraak van de globalisering en een fragmentatie van de wereldeconomie, waarin het steeds meer is van ieder voor zich. In dat proces stellen Draghi en Letto ook aanhoudende fragmentatie vast in de eigen Europese markt, een gebrek aan coördinatie tussen de lidstaten en achterstallig onderhoud door een aanhoudend gebrek aan implementatie van wat gezamenlijk in Brussel is overeengekomen.
Afhankelijkheid van beslissingscentra elders tegengaan
Een hoofdboodschap is, dat er voor de EU een onaanvaardbare afhankelijkheid dreigt te ontstaan van beslissingscentra elders en verplaatsing van eigen beslissingscentra naar buiten, die de Europese zelfstandigheid aantasten. Dat is zowel economisch als politiek een heel zwaar punt waar al veel langer op wordt gewezen. Afhankelijkheid beperkt de eigen bewegingsruimte en ondergraaft op den duur ook de eigen identiteit, wat neerkomt op een vorm van kolonisatie door derden. Om dat proces te keren staat hamert Draghi er dan ook op, de EU haar hele financieel-economisch beleid toetst aan mondiale concurrentiefactoren en dat zij de hele linie een concurrentiestrategie volgt in het intern-Europese zowel als in het (haperende) externe handelsbeleid.
De Interne markt als hét Europese bindmiddel staat hierin centraal. Tot iedere prijs moet dreigende renationalisering worden uitgebannen. Daarnaast noem ik vier elementen in het bijzonder. Het eerste is het zogenaamde Brussels effect, het wereldwijd belangrijkste wapen van de EU, dat tot ver buiten de grenzen zijn invloed laat gelden. De Europese regelgeving is immers algemeen erkend als de beste in de wereld. Wereldwijd richten ondernemingen zich naar Europese normen en standaarden. Het tweede element is het mededingingsbeleid, dat eveneens wereldwijde werking heeft en een geducht struikelblok kan vormen voor Amerikaanse oligopolies en monopolievorming. Een derde element is Draghi’s voorstel voor een versoepeling van de mededinging binnen Europa zelf als antwoord op monopolievorming en oligopolies aan Amerikaanse en Chinese kant. Hij wil deze versoepeling gepaard doen gaan met een substantiële versterking van de EU-technologiefondsen. Langs deze wegen kan een Europees industriepolitiek antwoord worden geforceerd. In dat kader pleit hij voor extra EU-financiering van €800 miljard. Tenslotte is totstandkoming van een Europese kapitaalmarkt, en dus het opheffen van de gebruikelijke banden tussen overheden en hun nationale banken, een urgente zaak. Tegenover de supermachten is dit een volkomen achterhaald model. In het tweede deel van zijn rapport werkt Draghi op basis van een individuele diagnose van tien vitale sectoren voorstellen uit voor een toegespitste aanpak voor ieder van hen. Hieronder noem ik energie, digitalisering/AI, kritische grondstoffen, ruimtevaart, de autosector, transport en defensie en veiligheid. Er ligt al veel op tafel, maar daadkracht, tempo en intensiteit moeten worden opgevoerd.
Von der Leyen II: een herculestaak in een grimmig klimaat
Draghi en Letta hebben zich feilloos van hun taak gekweten. Op 8 november heeft de Europese Raad in Budapest hun werk in een uitvoerige verklaring bevestigd. Europa staat voor een ingrijpende inhaalslag. Ursula von der Leyen zal hierop haar programma enten. In de mission letters aan de nieuwe Commissarissen heeft zij er al op voorgesorteerd. Nu begint het zware werk. Zwakke regeringen en politieke naar binnen gerichtheid belemmeren het zicht op het grote geheel, bemoeilijken prioriteitsstelling en het vreet energie. We zien het allemaal dicht bij huis. Bovendien hoort het simultaan behartigen van politieke en economische belangen niet tot het Europese DNA. De EU deed nooit aan geopolitiek. Dat kan niet langer, het continent staat er eenvoudigweg alleen voor. Spelverruwing vanuit Washington lokt bij anderen soortgelijk gedrag uit. Dan gaat het hard tegen hard. Hoe zullen we in Europa met alle sectoren omgaan, waarin politieke en economische aspecten zo onderling verweven zijn, met AI, met Europese defensie en veiligheid, met grondstoffen, met energie? Institutioneel loopt het evenzeer stroef, er is in zo’n situatie grote behoefte aan meer flexibiliteit en effectievere besluitvorming. Meer effectiviteit impliceert minder unanimiteit en de harde dobber van meer overdracht aan Brussel. De EU kan in alle sectoren initiatieven ontplooien, maar evenzoveel is nog overgelaten aan de nationale regeringen. Er zullen dus in Brussel én nationaal knoppen moeten worden omgedraaid. Politieke wil en vooral gezamenlijke bereidheid en onderlinge afstemming tussen landen zijn basisvoorwaarden voor stabiliteit. Om mij heen zie ik daar nog niet veel van, laat staan van urgentie. Den Haag is exemplarisch.
Draghi vatte de impact van zijn rapport plastisch samen: It’s this or it will be a slow agony. Er is een overvloed aan talent, initiatief en creativiteit. Wat nog mankeert, is politieke daadkracht. Hopelijk helpt de grimmige internationale wind Europa uit de droom. Wie neemt verantwoordelijkheid?