In de politiek ben je zelf het merk
Exclusief voor Nestor had Monique de Vries een gesprek met Mark Rutte, pal voor zijn vertrek als premier.
In de politiek ben je zelf het merk
Gesprek met Mark Rutte, 12 juni 2024 door Monique de Vries
Op 12 juni 2024, drie weken voor zijn vertrek als langstzittende minister-president van Nederland heb ik met Mark Rutte teruggekeken op zijn jaren aan het Binnenhof. Er zijn 25 boeken over hem geschreven dus is het de vraag wat er nog niet over of door hem is gezegd. In dit afscheidsgesprek- exclusief voor Nestor- vraag ik naar zijn persoonlijke indrukken en herinneringen vanaf het moment dat hij begon als staatssecretaris tot 6 juni 2024, de herdenking van D-Day 80 jaar geleden.
Wie heeft jou in 2002 gebeld met het verzoek om staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te worden? Had je een vermoeden? Hoe was het om de eerste keer de Trêveszaal binnen te stappen?
Ik werd ergens in juni gebeld vanuit het partijbureau met de boodschap dat Gerrit Zalm met mij wilde praten. Ik had toen al zo’n vermoeden dat hij mij niet midden in de informatieperiode zou bellen om te vragen hoe het met mij gaat. Bovendien kende ik Gerrit Zalm niet. Ik had hem alleen een keer de hand geschud. Ik zat wel in het hoofdbestuur maar daar ontmoet je de actieve politici niet. Gerrit was fractievoorzitter geworden na de slechte uitslag van 2002 en tevens demissionair Minister van Financiën en onderhandelde over het eerste kabinet Balkenende. Hij zei dat hij wat jonge staatssecretarissen nodig had en of ik geïnteresseerd was. Na dat gesprek hoorde ik een paar weken niets totdat ik, terwijl ik bij de IJsfabriek in Hellendoorn was--ik werkte toen voor Unilever in Den Bosch- gebeld werd door Zalm met de mededeling dat ik staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werd en dat mijn minister Aard Jan de Geus was. Jij krijgt de bijstand en hij heeft de WAO. Het was een gigantische verandering. Ik had ooit het idee om lang bij Unilever te blijven en dan op mijn vijftigste kamerlid te worden. Ik was toen 35 jaar.
Zo’n eerste keer als staatssecretaris de Trêveszaal binnengaan was heel bijzonder. Voor de eerste keer als bewindspersoon op een departement was toch anders. Ik ging er heen met de overtuiging dat het bedrijfsleven A slimmer is en B harder werkt. En beiden bleken niet waar te zijn. De ambtenaren zijn gemiddeld genomen nog slimmer dan de mensen in het bedrijfsleven en ze werken meer uren. Ik ben toen als jonge staatssecretaris, die het vak nog moest leren, door mijn toenmalige directeur-generaal, o.a. verantwoordelijk voor de bijstand bij de hand genomen. Ze heeft mij voorbereid op de debatten in de Tweede Kamer, wie spreekt wanneer, bijwonen van stemmingen. Ze was duidelijk in haar adviezen die ik altijd heb gevolgd. Helaas is ze een jaar later ziek geworden en overleden. Maar het is een cadeau als zo iemand je wegwijs maakt bij je eerste schreden in de politiek.
Tussentijds ben je toen verhuisd naar OCW. Wie heb je daar opgevolgd?
In 2004 volgde ik Annet Nijs op, die tussentijds aftrad. Ook toen belde Gerrit Zalm weer en ging het net zo. Wij denken erover dat…. En toen ik zei dat ik er over zou nadenken antwoordde hij dat dit geen verzoek was, maar een mededeling. Een paar dagen later werd ik opnieuw door hem gebeld met de mededeling dat ik om 12.00 uur op het Ministerie van Onderwijs werd verwacht. Zo ging dat.
In de tijd dat je staatssecretaris was en in de Trêveszaal zat, waar lette je op? Wat zag jij gebeuren rond die vergadertafel en wat heb je daarvan geleerd?
Je kijkt naar de manier van opereren van de verschillende mensen en dan kom je erachter dat je iemand niet kunt kopiëren, dat je het toch bij jezelf moet houden. Ik heb veel geleerd van Johan Remkes. Die zat er eerst als vicepremier en Minister van Binnenlandse Zaken. Hoe hij dat deed, hoe hij de microfoon naar zich toetrok en vervolgens – soms wat korzelig - zijn inbreng bracht, waardoor anderen niet direct tegen hem ingingen, terwijl zijn aantekeningen onder de sigarettentabak zaten. Dat maakte indruk, maar ik ontdekte ook dat ik dat nooit zo zou kunnen doen want dit paste bij hem.
Jouw periode in de Tweede Kamer (2006-2010) was een periode van hoogte- en dieptepunten?
Alleen maar dieptepunten eerlijk gezegd. Er was maar één leuk moment, namelijk de motie van wantrouwen tegen het Kabinet Balkenende in 2009, maar verder is het een enorme struggle geweest. Waar ik wel van genoten heb waren de grote debatten. Ik heb toen een paar vernieuwingen doorgevoerd die bij mij pasten, zoals het uit mijn hoofd doen van de congrestoespraken. Dat werkte veel vrijer. Bij het voorlezen van een tekst heb je geen contact met de zaal. En de grote debatten aan de hand van punten in plaats van uitgeschreven teksten. Dat heeft als voordeel dat wanneer iemand je interrumpeert en je iets antwoordt dat iets verderop in je tekst staat, je dan niet hoeft te zeggen dat je dat al behandeld hebt om vervolgens weer naar je spreektekst terug te gaan.
Desondanks bleven de peilingen dramatisch en had ik heel weinig gezag, ook niet in het land en het was in 2009 met de Europese verkiezingen nog slechter. Ik was al drie jaar bezig. Rita Verdonk had inmiddels haar eigen partij opgericht en was uit de fractie gezet. Ik had in 2007 het geluk dat het partijcongres met een krappe meerderheid een motie van wantrouwen tegen mij afwees. Maar als op je eigen congres zo’n 40% van de leden een motie van wantrouwen steunt dan gaat het niet goed. Dat zou mij niet nog een keer overkomen! Aan de andere kant is het ook heel leerzaam geweest en ben ik daar toch doorheen gekomen. Als ik terugkijk heb ik ook goede herinneringen aan die periode, ook aan de samenwerking in die fractie en alle mensen er omheen. Vanaf september 2009 kwam Balkenende met alle rapporten in reactie op de economische crisis. Ik heb toen heel veel gehad aan Edith Schippers die mij maande terug te gaan naar de kern van de VVD: op één economie, op twee veiligheid en op enige afstand migratie. De kiezer moet zich weer herkennen in de VVD. Het werkte ook in combinatie met de crisis die in 2008/09 begon: het kabinet reageerde daar in onze ogen niet goed op. Vervolgens kwam in 2010 de val van Balkenende 4. Hij werd direct weer gekandideerd als lijstrekker. Bij de gemeenteraadsverkiezingen deden wij het nog redelijk slecht, maar vanaf eind maart gebeurde er iets wat ik nog steeds niet kan verklaren. Iedere week kregen wij er in de peilingen weer een paar zetels bij. Het zat kennelijk in de hoofden van de mensen dat het niet goed ging met de economie. Gelijktijdig ontstond er discussie rondom Balkenende, wat zijn lijsttrekkerschap ondermijnde. Op rechts waren wij ineens het alternatief. Omdat wij al vrij vroeg hadden gewaarschuwd voor die neergaande economie, hadden wij onze geloofwaardigheid terug. Het was niet mijn persoon – mijn populariteit nam pas later wat toe en is ook vaak weggezakt in de jaren na 2010-, maar het was toen veel meer de VVD die weer herkenbaar was. We hebben zelfs nog even op 38 a 39 zetels gestaan in de peilingen en zijn daarna teruggezakt naar 31 zetels. Het werd een tweestrijd met Cohen van de PvdA. Dat is het mooie van politiek, het is allemaal niet te voorspellen. Heel anders dan bij je merk blijven. Dat is echt de les geweest van de VVD in die periode, het is niet links of rechts of is die Rutte te links: je moet herkenbaar zijn. En die VVD-kiezer zit ergens in dat midden of rechts van het midden en die houdt van een beetje fatsoenlijk; geen gekke dingen.
In 2020 kwam je in het Torentje. Wat is er tussen 2010 en 2024 (het is nu juni en dit zal je laatste maand zijn) veranderd in sfeer, in manier van werken?
Er is niet veel veranderd, maar twee zaken zijn helaas wel wat veranderd - en nu ben ik even somberman- en dat wijt ik deels aan het huidige gebouw. Dat nieuwe Kamergebouw is niet erg geschikt. De oude behuizing moet natuurlijk worden opgeknapt en dat gaat natuurlijk een tijd duren, maar er was een groot voordeel in dat oude Kamergebouw en dat waren de grote “pleinen” waar iedereen elkaar ontmoette: bij de ingang, rond de plenaire zaal, in de restaurants. Je liep door het gebouw en kwam elkaar voortdurend tegen. Dat is nu helemaal weg. Het is een klassiek kantoorgebouw met “geslicede” etages. Het tweede zijn de onderlinge verhoudingen. Van Agt en den Uyl waren het op de inhoud totaal oneens. En dat meenden ze ook. Dat was geen spel. Maar achter de schermen waren er goede verhoudingen. Ze respecteerden elkaar, want ze wilden allebei het goede voor Nederland. Nu zie je toch te vaak dat die inhoudelijke verschillen van mening doorwerken in de persoonlijke verhoudingen. Ik ben opgevoed in de school die zegt dat het grootste probleem altijd in je eigen partij zit, daar heb je de problemen. Mensen in andere partijen hebben misschien “gekke” opvattingen, maar daar kun je af en toe ook even uithuilen: was jouw congres ook een ramp, je hebt het op tv gezien, bij ons was het ook weer een drama. Dat waren de leukste gesprekken. Ik herinner mij die met Agnes Kant in de periode dat wij in de oppositie zaten - zij hadden 25 zetels en wij 22. Dat waren zulke leuke contacten. Je zou wensen dat dat niet verloren gaat. Ik zeg niet dat het weg is, maar het kantelt een klein beetje.
Heeft dat ook te maken met de opkomst van de sociale media sinds 2010?
Journalisten waren niet bang om goede persoonlijke verhoudingen te hebben met politici, maar waren daarnaast ook in staat om je helemaal af te maken. Dat moet kunnen. Nu merk ik bij de jongere generatie journalisten dat die soms de neiging hebben om ook achter de schermen grote afstand te houden, bang om in jouw spel betrokken te worden. Ze willen niet te close met je te worden want dan kunnen ze niet meer kritisch over je schrijven. Dat is onzin. Je kunt wel close zijn, iets van kameraadschap opbouwen en nog steeds kritisch zijn. Er zijn een paar hele goede journalisten – ik noem geen namen- met wie ik heel goed ben maar van wie ik weet dat zij mij eens in de maand behoorlijk op het hakblok leggen. Je zou willen dat de journalisten zich niet te veel afscheiden want dan gaan ze naar de politiek kijken als naar een vissenkom waar ze zelf niet inzitten. Maar nu aan de positieve kant: ik vind de kwaliteit van Kamerleden heel goed en eerlijk gezegd, ook de kwaliteit van het debat is beter: er zijn veel meer politici die uit het hoofd spreken of van punten, ik vind de interrupties in kwaliteit toenemen.
De ramp met de MH 17, nu tien jaar geleden, was natuurlijk een intens droevige en indrukwekkende gebeurtenis. Welke andere ingrijpende gebeurtenissen hebben op jou tijdens jouw premierschap een diepe indruk gemaakt of je persoonlijk geraakt?
Een van de hefstigste was natuurlijk de MH17 maar een van de andere was het feit dat in de kabinetsperiode met de PvdA maanden waren dat er 30.000 werklozen bij kwamen en dat Lodewijk Asscher en ik tot elkaar zeiden dat we Nederland misschien moesten voorbereiden op een miljoen werklozen. Dat is nu niet meer voor te stellen. Daarop moesten we reageren met een enorm bezuinigingspakket en lastenverzwaringen. En de twee grote schandalen van de laatste jaren, Groningen en de Kinderopvangtoeslag. Dat is ook zwaar, omdat dat niet bewust gedaan is, maar ik wel eindverantwoordelijk ben voor een overheid die grote groepen mensen enorm beschadigd heeft. En dat is niet in een keer op te lossen, dat kost jaren. Het kost veel tijd voordat de schade is gerepareerd. En natuurlijk recentelijk ook de corona epidemie en Oekraïne.
Maar ik ben trots dat de economie er nu goed voorstaat. We hebben nu een werkloosheid die lager is dan het aantal vacatures, de staatsschuld is op orde, de overheidsfinanciën zijn gezond. Dat hebben we met z’n allen gedaan maar het was ook de claim van de VVD in de aanloop naar 2010: dit land komt er weer bovenop.
Hoe is om als nieuwe premier voor de eerste keer de Europese Raad binnen te komen?
Het bijzondere is dat het een warm bad is. Vanaf het eerste moment word je erin gezogen. We moeten ons realiseren dat wij na de vier grote de vijfde economie zijn en dat er zo ook naar ons gekeken wordt. En we zijn een van de oprichters, zowel van de EU als de NAVO. Het leuke is dat het een vergadering is zonder ondersteuning (van ambtenaren). Je zit er alleen met je collega’s. Dus je bereidt het heel goed voor met de ambassadeur en je team, die precies weten wat er speelt. En die moet je ook altijd in positie houden. Dus als de ambassadeur iets heeft gezegd in Brussel, dan ga jij nooit iets anders zeggen, al zou je het er niet mee eens zijn. Maar één keer in die veertien jaar is het voorgekomen dat ik er anders over dacht, maar toen heb ik het standpunt van de ambassadeur overgenomen omdat het anders zijn positie zou schaden.
Heb jij al contact gehad met je opvolger?
Ja, we hebben gebeld. En ik ben altijd voor hem beschikbaar maar ik moet je eerlijk zeggen dat het razendsnel verandert. Als ik weg ben en er is een Europese Raad in september of oktober dan zijn er alweer nieuwe thema’s waarvan ik ook al niet meer weet hoe het precies zit. Ik had het daar vorige jaar zomer met Merkel over, zij is al anderhalf jaar weg en zij constateerde dat het totaal veranderd is en dat zij zich alweer helemaal zou moeten inwerken. Dus de bijdrage die ik aan Dick kan leveren is klein. Het belangrijkste is dat hij zich realiseert dat hier negen raadsadviseurs en drie voorlichters van de RVD zitten en een secretaris-generaal die alleen maar van hem en het kabinet een succes willen maken. Je hebt dan aan Algemene Zaken een waanzinnig warme club die jou helemaal steunt.
Heb jij na Brexit nog contacten in met jouw Engelse collega’s?
Jazeker. Ik was er nog in december en we bellen af en toe. Gisteren (11 juni) nog uitgebreid met Cameron gepraat. Er is heel intensief contact met de Britten omdat wij de positie wilden hebben van het meest Trans- Atlantische land van Europa na Engeland. En nu Engeland eruit is zijn wij dus dat meest Trans- Atlantische land. Als de rest van de wereld wil snappen wat daar gebeurt, moeten zij ons bellen. Wij hebben de rol om te kunnen schakelen en met de Britten is dat leuk omdat we cultureel dicht bij elkaar staan. Zij hebben humor die we snappen en hun civil service heeft hele hoge kwaliteit. De politiek is wel wat ingewikkelder nu. Dat land blijft wel stabiel maar de schade van Brexit is groot en dat kun je niet oplossen met politieke besluiten.
Met Merkel heb je een persoonlijke band opgebouwd. Zie je dat ook bij collega’s? Hoe belangrijk zijn persoonlijke verhoudingen in internationaal verband?
Die zijn in het moment sowieso heel belangrijk. Je moet jezelf laten zien En iets van jezelf laten zien is toch de kern van relaties bouwen. Niet alleen de stijve functionaris zijn maar ook af en toe eens vragen hoe gaat het bij jou thuis, ik heb je in je campagne gevolgd. Maar dat heb je met de ene collega meer dan met de andere. Sommigen geven ook minder van zichzelf en Merkel geeft veel van zichzelf, zij is een fantastisch mens met wie ik privé ook nu nog wel contact heb. Vorige jaar zomer ben ik nog bij haar geweest in haar buitenhuisje en heb ik daar een ontzettende leuke middag en avond gehad en dat is ongelofelijk dierbaar. Dat geldt ook in de Nederlandse politiek. Van de week met Diederik Samson heb ik ook twee uur lang een totale alignment omdat we elkaar zo goed kennen. Hetzelfde geldt voor Hugo de Jonge. Die twee jaar corona en zeker die eerste negen maanden heeft ons een band voor het leven gegeven. Je hebt dingen meegemaakt en anekdotes gedeeld waar je nog steeds op terugkijkt. Ik vind dat heel dierbaar, je doet dat met je hele lijf, je bent in de politiek, dat is het verschil met een baan in het bedrijfsleven. Daar is het merk Calvé Pindakaas, in de politiek ben jezelf het merk, meer nog dan je partij. Je staat natuurlijk in een traditie, maar als jij in de fractie wilt komen moeten ze jou ook wel leuk vinden en naarmate je er langer zit wordt het minder partij en meer wie jij bent. Dat kan alleen als je ook iets van jezelf laat zien. Met risico’s dat mensen denken wat een idioot met dat appeltje, dat wordt allemaal bedacht. Laten ze dat maar denken.
Als jij hier einde van de maand de sleutels overdraagt dan sluit het Torentje want het is de vraag of een nieuwe premier hier nog kantoor gaat houden. Weemoed?
Volgens mij zit hij hier nog een tijdje, want onze huisvesting is nog niet af. Voor mij is het een enorme weemoed, maar niet in de zin van tranen. Ik heb er eerlijk gezegd een heel goed gevoel bij, omdat ik die weemoed helemaal laat doorklinken zonder steeds te denken dat dit de laatste keer is. Ik merk ook dat er iets van vermoeidheid doorkomt, omdat je altijd aan moet staan. Laatst was ik bij een concert toen die garage in Nieuwegein instortte. Je blijft dan toch wakker met het oog op eventuele slachtoffers. Toen dacht ik wel, dat als ik die baan niet meer heb dan vind ik zo’n ongeluk nog steeds erg, maar voelt het niet meer als een verantwoordelijkheid.
Waar dacht je aan toen je op 6 juni in Frankrijk de herdenking van D-Day 80 jaar geleden bijwoonde?
Ik vond het heel indrukwekkend en vooral omdat Max Wolf erbij was, de laatste Nederlandse veteraan van de Prinses Irene Brigade. Hij is inmiddels 98 jaar oud. En wat je ziet is dat mensen van die leeftijd bijna allemaal nog steeds extreem geïnteresseerd blijven in anderen, in techniek. Hij had allerlei appjes op zijn telefoon omdat hij niet zo goed meer kon horen. Hij had ook een appje dat de gesproken tekst toonde op zijn schermpje. Dankzij mannen als hij zitten we nu zonder hakenkruis op onze gebouwen of hadden we misschien Duits moeten spreken. En toen President Macron in zijn speech President Zelensky noemde, volgde een minutenlang applaus. Op dat moment kwamen de straaljagers over met de Franse vlag erin. Dat was wel perfect getimed.
Op zondag 30 juni nam premier Rutte met een indrukwekkende toespraak op radio en televisie afscheid. Hij keek terug op de bijzondere momenten van zijn regeerperiode zoals de economische crisis en de ingrijpende bezuinigingen in zijn beginperiode tot het neerstorten van de MH17, corona en natuurlijk ook de gevolgen van de aardbevingen in Groningen en de toeslagenaffaire. Hij sprak zijn waardering uit voor al die Nederlanders die zich op moeilijke momenten voor anderen inspannen: vrijwilligers, mantelzorgers, goede buren en beste vrienden. Een unicum voor een Nederlandse premier. Op 2 juli overhandigde hij de sleutels van het Torentje aan zijn opvolger Dick Schoof. Op 1 oktober is hij aangetreden als Secretaris -Generaal van de NAVO.
Wat speel je liever Bach of Chopin Bach maar Chopin is wel nummer twee
Wat is je lievelingsafdaling in Zermatt Van Kleine Matterhorn naar Cervinia
Je lekkerste Indische gerecht. Als ik moet kiezen gado gado
1992-2002 werkzaam bij verschillende werkmaatschappijen van Unilever
2002-2004 staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2004-2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2006-2010 lid en fractievoorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal
2010-2024 minister-president en minister van Algemene Zaken
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen