Artikelen

De Grondwet in en om het Binnenhof

De gebouwen van de Staten-Generaal worden gerestaureerd. En de volksvertegenwoordiging zelf? Met de grondwet van Thorbecke (1848) waren de beide Kamers van de Staten-Generaal inhoudelijk opgeknapt tot instituties van een rechtsstatelijke democratie. Voortaan lag het toezicht op handhaving van grondwettelijk vastgelegde normen niet bij het staatshoofd maar moesten regering en Staten-Generaal die samen effectueren. Van dag tot dag.

door Bas de Gaay Fortman

Wordt die opdracht in wetgeving, beleid en uitvoering de Grondwet tot leidraad te nemen waargemaakt? Dat is nog steeds de vraag. ‘Onze Grondwet leidt een armetierig bestaan’, constateerde het Tweede Kamerlid Segers in 2015 bij het slotdebat over het wijzigingsvoorstel Halsema over ‘Constitutionele toetsing’ (ingediend in 2004; in 2017 bij gebrek aan steun van de agenda afgevoerd). Inmiddels heeft de Covidpandemie de Grondwet wel dagelijks in discussie gebracht. Daarbij spelen enerzijds persoonlijke vrijheden zoals Vergadering en Betoging (art. 9) en anderzijds de zorgplichten van de overheid zoals de Volksgezondheid (art. 22.1). Grondwettelijke besluitvorming vraagt hier afwegingen in het hele normatieve kader waaraan Kamerleden zich met een eed of belofte van trouw hebben verbonden, artikel 50 incluis (‘De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse Volk’). Zo plaatst de Grondwet elk debat in een gemeenschappelijke normatieve context. Bij ieder Kamerlid veronderstelt dit constitutionele kennis en inzicht. Daaraan ontbreekt het nog. Kortom, met de gebouwen moeten onze parlementaire instituties ook zichzelf restaureren. In discussies en besluitvorming zijn er grenzen en richtlijnen die bepaald worden door de Grondwet, artikel 1 voorop.   
Deze opdracht tot grondwettelijke toetsing van woorden en daden is prachtig geïllustreerd met een in porselein vervaardigde ‘basisgrondwet’ van Esther Kokmeijer (De Volkskrant, 27 september j.l.). Binnenkort zal dit kunstwerk aandacht trekken in het tijdelijk onderkomen van de Eerste Kamer. Na de restauratie krijgt het een in het oog vallende plek bij diens nieuwe vergaderzaal.  

En de Tweede Kamer? Bij de opening van het nieuwe gebouw in 1992 kreeg die van de gemeente Den Haag een ‘Grondwetbank’, gemetseld aan de Hofplaats. Daarop staat de lange tekst van het cruciale openingsartikel zoals dit luidt sinds de grote grondwetsherziening van 1983:
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Hoewel onlangs nog door de Rijksgebouwendienst opgeknapt, blijft die tekst op te donkere steen te laag geplaatst om te kunnen lezen. Benut wordt de bank dan ook vooral om, wanneer het weer zich daartoe leent, rustig te kunnen zitten. Wat met medewerking van de gemeente zou kunnen is de Hofplaats omdopen tot ‘Grondwetplein’ om daar een van de Hofweg af leesbare tekst op een kunstwerk van artikel 1 plaatsen. Voor financiering kan het bij restauraties beschikbare bedrag van 1 % voor kunstzinnige vormgeving worden benut. Een mooi project voor de viering van 175 jaar parlementaire democratie en rechtsstaat op 3 november 2023! Op die dag viert ons land dat op 3 november 1848 Thorbecke’s grondwet rechtskracht kreeg en daarmee parlementaire democratie en rechtsstaat werden verankerd. De enige keer dat hierbij feestelijk is stilgestaan was in 1998. Toen ging het om 150 jaar; in 2023 viert Nederland 175 jaar Grondwet. Voorbereidingen zijn al gestart.

De Grondwetcampagne 2023

Met een bolero-tempo (van rustig naar steeds luider) is een campagne gericht op een levende Grondwet van start gegaan. Vanuit het Zwolse geboortehuis van Thorbecke -www.staatshuys.nl - worden initiatieven op het grondvlak gestimuleerd en waar nodig en mogelijk gefaciliteerd.
De campagne is gericht op publieke zichtbaarheid van de Grondwet in toepasselijke situaties en verbeelding van aansprekende teksten en illustraties voor onderwijs en vorming. Borden met artikel 1 midden tussen de partijborden bij de verkiezingen voor Provinciale Staten (Ede, 2019) en met artikel 21 na weer een aardbeving (Loppersum, 2019) illustreren inzet en werkwijze. De plannen moeten natuurlijk vanuit de samenleving zelf komen, van onderop en gericht op activiteiten vanuit met name de gemeentehuizen en de scholen. De inzet is simpel: Nederland verdient een echte Grondwetdag. Mét een aansprekende viering, niet op één plek maar verspreid over het hele land, op en rondom 3 november 2023.
Met het starten van voorbereidingen voor een Grondwetplein bij de Tweede Kamer zijn we er natuurlijk niet. Als de politieke perikelen van het laatste half jaar iets hebben duidelijk gemaakt is het de noodzaak volksvertegenwoordigers van dag tot dag te herinneren aan het document waarop zij een eed of belofte van trouw hebben afgelegd. De Tweede Kamer kan dit benadrukken door de Grondwet op een duidelijk zichtbare plek in de grote vergaderzaal een plek te geven, vergelijkbaar met de Bijbel naast het spreekgestoelte in de Amerikaanse senaat. Eerder besloot men al tot een ceremoniële plek voor de Nederlandse vlag. Urgent is nu een vaste plaats voor Thorbecke’s Grondwet. Esther Kokmeijers meesterwerk voor de Eerste Kamer inspireert daartoe.


Vrijheid, Veiligheid en Recht, waarborgen voor de EU
23dec

Vrijheid, Veiligheid en Recht, waarborgen voor de EU

  • Nestor

Justitie en Binnenlandse Zaken deden hun intrede in het Verdrag van Maastricht, 1992, dat zijn reputatie vooral ontleent aan de EMU. In...

Afghanistan: Omslagpunt na een ongelukkig slotakkoord
23dec

Afghanistan: Omslagpunt na een ongelukkig slotakkoord

  • Nestor

Dat de Verenigde Staten op een moment zouden besluiten de 20-jarige Afghanistanoperatie te beëindigen was te verwachten. De manier...