Artikelen

De wisselende waarden van de wetenschap

De onafhankelijkheid van de wetenschap staat onder druk. Bedrijven en andere private financiers investeren steeds meer geld in wetenschappelijk onderzoek, met alle gevolgen van dien. In dit artikel bespreken we de toenemende afhankelijkheid van externe financiers en de impact die dit heeft op de waarden van de wetenschap. We bekijken ook mogelijke oplossingen om de onafhankelijkheid van de wetenschap te waarborgen.

Wie betaalt, bepaalt

De wisselende waarden in de wetenschap

Margo Andriessen

Op 13 december 2023 debatteerde de Eerste Kamer over het afnemend vertrouwen in universiteiten. Begin 2024 ondervroegen Tweede Kamerleden minister Dijkgraaf over de afhankelijkheid van universitaire onderzoekers van externe financiers. Verrassend, want in het parlement zal het niet gauw gaan over de wetenschap. Daar richt de belangstelling zich op het lerarentekort, gebrekkig lezen, lumpsum of internationale studenten. De afgelopen tijd flakkerde de aandacht voor belangenverstrengeling op, bijvoorbeeld toen een hoogleraar Belastingrecht nauwe banden bleek te hebben met Zuidaskantoren. De UNL, koepelorganisatie van de universiteiten, biedt daarom sinds kort op verzoek van de minister via links op haar website inzicht in de nevenwerkzaamheden van hoogleraren.

Een frappant voorbeeld over belangenverstrengeling biedt de Eerste Kamer zelf. Daar zetelt PVV'er Gom van Strien, korte tijd verkenner voor de kabinetsformatie, totdat duidelijk werd dat hij ervan beschuldigd is goed te hebben verdiend aan de wetenschap. [1] Het begon ermee dat de Universiteit Utrecht een holding oprichtte om onderzoeksresultaten te gelde te maken. Utrecht Holdings helpt bij het opzetten van spin-off-bedrijven, die kunnen worden doorverkocht. De baten daarvan gaan naar de universiteit, die daarmee verder onderzoek kan financieren. Senator Van Strien werd directeur van Utrecht Holdings en wist een deel van de inkomsten stiekem naar zijn eigen BV door te sluizen. Dat was niet fraai, maar Utrecht Holdings is een voorbeeld van de weg die universiteiten tegenwoordig bewandelen om aan onderzoeksgeld te komen. Dat gebeurt sinds enige tijd via het thema Valorisatie. Onder die noemer proberen universiteiten hun onderzoeksresultaten te koppelen aan toepassingsgerichte partners, zoals het bedrijfsleven, opdat nieuwe innovaties ontstaan.

De nieuwe financiële routes kunnen flink in aanvaring komen met de klassieke academische waarden. In de VS zagen we in december universiteitsvoorzitters aangeklaagd worden in een hoorzitting van het Congres vanwege demonstraties van studenten over de Gaza-oorlog.

Erger nog dan de politieke verwijten waren de financiële gevolgen. Grote donateurs stopten met hun schenkingen en dat is voor Amerikaanse universiteiten een ramp, want de afhankelijkheid van donaties is daar groot. De betreffende universiteitsvoorzitters moesten aftreden. In Nederland is zoiets nog niet gebeurd, maar het zit eraan te komen. Ook onze universiteiten worden steeds afhankelijker van andere financiers dan de overheid.

De financiële waarde van wetenschap

Het Rathenau Instituut (in 1986 door de regering opgericht om de impact van wetenschap te onderzoeken) is positief over de financiering van Research en Development in ons land. In 2021 was er zo’n 20 miljard beschikbaar voor onderzoek. Dat gaat naar universiteiten, hogescholen, universitaire medische centra en onderzoeksinstellingen zoals het KNMI en RIVM. Onze universiteiten krijgen van de Rijksoverheid 3.8 miljard, waarvan 1 miljard via de zogenaamde tweede geldstroom (NWO). Daarmee neemt de overheid 31% van de onderzoeksfinanciering voor zijn rekening. Er komt ook geld binnen via de zogenaamde derde geldstroom, kennisorganisaties, non-profitorganisaties en het bedrijfsleven. Uit buitenlandse bronnen vloeit 10% ons land binnen. De grootste financier is echter het bedrijfsleven. Uit die sector komt 57% van het onderzoeksgeld. Uiteraard ligt daar belangenverstrengeling op de loer. Toen oud-parlementariër Pieter Duisenberg in 2017 voorzitter werd van de vereniging van samenwerkende universiteiten kwam daar vanuit de academische wereld kritiek op. De blik van Duisenberg was volgens een petitie te bedrijfsmatig, hij zag de universiteit teveel als geldfabriekjes. Niettemin heeft de trend richting bedrijfsleven zich doorgezet. Bij het aantreden van de nieuwe rector van de universiteit Eindhoven in 2023 kwam er protest, omdat sprake zou zijn van belangenverstrengeling met de fossiele industrie. In De Groene Amsterdammer[2] stond vorig jaar een uitgebreid artikel over de vercommercialisering van het onderwijs.  Opvallend element daarin is dat tweehonderd hoogleraren hun salaris blijken te krijgen uit het bedrijfsleven, met Shell en Philips aan kop. Twee derde van de hoogleraren belastingrecht werkt voor een advieskantoor. Ook in de medische onderzoekswereld is regelmatig sprake van belangenverstrengeling, vanwege contacten met de farmaceutische en medische industrie. Dat gaat dus allemaal verder dan die ene hoogleraar belastingrecht van de Zuidas. Voor research wordt steeds vaker gekeken naar externe inkomensbronnen dan de rijksoverheid. Daarbij dreigt een aantasting van de klassieke waarden van de wetenschap.

Klassieke waarden

De universiteit Tilburg deed enige tijd geleden onder hun eigen medewerkersonderzoek naar waarden van de wetenschap. De conclusie was dat wetenschappers nog steeds hechten aan de klassieke waarden: vrijheid, onafhankelijkheid, integriteit en controleerbare resultaten, die geen particulier bezit worden van onderzoekers of geldschieters. Tegelijkertijd zeiden ze ook dat de druk om onderzoek te doen, waar je geld voor krijgt, groot is.

Een heel andere invalshoek biedt de KNAW, de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen, ‘stem en het geweten van de wetenschap’. Begin 2023 publiceerde deze adviseur van de regering een rapport over de Waarde van de wetenschap. Daarin klaagde de Academie dat wetenschap tegenwoordig ten onrechte als een kostenpost wordt gezien. Ze had behoefte aan een beter instrumentarium om de waarde van de wetenschap te kunnen weten en meten. De KNAW verzocht de minister van OCW daarom het Centraal Planbureau, het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving deze waarde te laten meenemen in een vernieuwd instrumentarium. Minister Dijkgraaf heeft inmiddels aan dat verzoek voldaan en de planbureaus kijken nu naar betere methoden om de waarde te meten. Daarmee krijgt het woord wetenschappelijke waarde een andere betekenis. Hier gaat het niet meer om de vereisten waar goede wetenschap aan moet voldoen, maar om de opbrengst ervan.

Nieuwe waarden

 

Intussen zijn alle universiteiten in de weer met hun waarden. Twee van hen vallen daarin op, Wageningen en Rotterdam.

Wageningen researcht

Wageningen is geen gewone universiteit, hetgeen blijkt uit de naam: Wageningen University & Research. Daarmee is Wageningen de enige universiteit die verschil maakt tussen universiteit zijn en onderzoek doen. De universiteit werkt dan ook al meer dan een eeuw nauw samen met het agrarische bedrijfsleven en de rijksoverheid, die financiën leveren voor de nodige onderzoeken. Naast de universiteit staat een Researchcentrum, dat voortborduurt op de in 1877 ontstane Dienst Landbouw Onderzoek. Er hebben zich inmiddels 180 bedrijven gevestigd op de Wageningse campus, waaronder Unilever en Friesland Campina. Ze voelen zich er thuis. ‘Uw vraag is onze uitdaging’, propageert de universiteit op haar website. Ook dat is een wetenschappelijke waarde. De landbouwuniversiteit werd zo de grote voorloper bij de vernieuwing van de landbouwsector. Alles draaide om een betere voedselvoorziening. Daarvoor bleken bestrijdingsmiddelen en kunstmest essentieel. Efficiënter werken in de landbouw was onvermijdelijk. Mede dankzij de wetenschappers van Wageningen verdwenen de keuterboeren en ontstond een enorme agro-industrie in ons land. Die nauwe samenwerking met het bedrijfsleven leverde blindheid op voor de nadelen van intensivering van de sector. Daar betalen we nu de stikstofprijs voor. Sinds kort is Wageningen echter wakker geworden en zien we een voorzichtige omslag in de wetenschappelijke waarden. Bij de opening van het academisch jaar in 2023 mocht universitair hoofddocent Jeroen Candel een kritisch betoog houden. Hij hield zijn gehoor voor dat productie en consumptie van voedsel dringend moeten veranderen en vroeg aandacht voor de vervuiling in de landbouw. Daarbij meldde hij ook dat die noodzakelijke veranderingen kunnen rekenen op weerstand. Een aansprekend voorbeeld van die weerstand is een artikel van enkele Wageningse collega’s in de Volkskrant (4-10-2023), die waarschuwden dat de landbouw beslist niet zonder glyfosaat kan. De nieuwe bestuursvoorzitter van de universiteit, Sjoukje Heimovaara, benoemt juist weer eerlijk de impact van de grootschalige landbouw in Nederland: stikstofproblemen, gebrekkige biodiversiteit en afgenomen kwaliteit van water en natuur. Ook neemt ze afstand van het uitgangspunt van haar voorgangers Aalt Dijkhuizen en Louise Fresco dat Nederland vooral voedsel moet produceren voor de hele wereld. Ons land kan zich beter concentreren op het ontwikkelen van duurzame voedselsystemen in andere landen, zegt Heimovaara, dan kunnen we zelf toe met minder landbouwgrond. Ook de veestapel moet volgens haar inkrimpen. In een duurzaam voedselsysteem staan de dieren op land dat voor akkerbouw onbruikbaar is en eten ze gewassen en voedselresten die de mensen niet eten. Op die manier hoeven we geen diervoer meer uit buitenland te importeren, zoals soja. De bestuursvoorzitter doet daarvoor een dringende oproep aan de politiek. Die moet het voortouw nemen voor deze noodzakelijke verandering.

Erasmus onderneemt

De Erasmusuniversiteit in Rotterdam heeft sinds kort een eigen waardenprofessor. Dat is prof. dr. Ronald van Raak, voormalig Tweede Kamerlid voor de SP, thans hoogleraar Erasmiaanse Waarden. Op de website van het Montesquieu Instituut verwijst hij naar publicaties waaruit blijkt dat veel wetenschappers zich schuldig maken aan ongeoorloofde onderzoekspraktijken. Ze passen onderzoeksvragen aan en veranderen data. Dat doen ze om opdrachtgevers tevreden te houden of het onderzoeksgeld binnen te halen.

Wat valt hiertegen te doen, vraag ik hem.

“Er is meer discussie nodig over academische waarden”, zegt Ronald. “Dat is echt van groot belang. Neem nou de Erasmus Universiteit zelf. Het is een ondernemende universiteit, begonnen als een Economische Hogeschool, opgezet door Rotterdamse ondernemers en de econometrist Jan Tinbergen. Later kwam de medische faculteit daarbij. Door die achtergrond doet de universiteit veel toegepast onderzoek voor opdrachtgevers. Net als in het bedrijfsleven wordt daarbij gekeken door de bril van rendement en efficiency, de waarden van de markt en de bureaucratie. Nu is er wel een cultuuromslag gaande. Betrokkenen vragen zich af of je nog wel een universiteit bent als je wordt gedreven door marktwaarden. Wat is dan eigenlijk het verschil is tussen een universiteit en een adviesbureau? Een discussie over waarden was lang taboe, maar groepen en organisaties hebben tegenwoordig weer behoefte aan gedeelde waarden. Dat geldt voor een universiteit, maar ook voor een politieke partij, een zorginstelling of een woningbouwvereniging. Waartoe zijn wij op aarde?”

Heeft valorisatie, bedoeld om kennis aan te wenden voor de maatschappij, de commerciële kant van universiteiten niet erg opgestuwd?

“Dat klopt”, zegt Ronald. “Elke waardendiscussie begint met een mislukking. Waarden worden verward met een marketingverhaal en een missionstatement. Daarvoor wordt dan adviesbureaus ingehuurd en die komen met volstrekt inwisselbare teksten, waar medewerkers niks aan hebben. Men zakt zo terug naar het oude, vertrouwde rendementsdenken. Geld verdienen met onderzoek. Tja… daar gaat je onafhankelijkheid.” Het advies van de KNAW aan de minister van OCW om landelijke planbureaus de waarde van de wetenschap te laten uitzoeken, vindt hij typisch zo’n mislukt begin. “Het is toch op het krankzinnige af dat je dit gaat uitbesteden!”

Kan het anders?

Ronald kijkt daarvoor graag naar de naamgever van zijn leerstoel. Hij schreef er een boek over. [3]. "Erasmus was niet alleen een onafhankelijke denker, maar ook een geweldige marketeer. De schilderijen die we van hem kennen heeft hij zelf laten maken en in omloop gebracht. Vervolgens zorgde hij er wel voor onafhankelijk te blijven. Weet je hoe hij dat deed? Toen hij besloot zijn boeken te laten uitgeven door Froben in Bazel stapte hij zelf op de uitgeverij af onder het mom van ‘vertegenwoordiger’ van de heer Erasmus. U kunt met mij de zakelijke kant van de uitgave spreken, zei hij daar. Erasmus zelf wil zich er niet mee bemoeien, dat is niet zijn werk, hij gaat over de inhoud. "Academische onderzoekers zitten ook in zo’n dubbelrol van marketeer en onafhankelijk denker, zegt Van Raak. “De universiteiten moeten hun onderzoekers daarin ondersteunen. Wees duidelijk over je waarden naar opdrachtgevers. Zorg dat hoogleraren en faculteiten hun medewerkers niet onder druk zetten om geld binnen te halen.”

Waarden voor de politiek

Tijdens een debat met minister Dijkgraaf vroeg Kamerlid Teunissen of er een instituut kan komen dat toezicht houdt op externe geldstromen bij universiteiten. De minister vond dat niet nodig. Hij houdt de universiteiten daar zelf verantwoordelijk voor. “De minister heeft gelijk”, zegt Ronald van Raak. “De universiteiten moeten zelf aan de bak. Zorg voor gedeelde waarden en draag die uit.” Dat wordt nog moeilijk. ‘Bij vraag of kan worden samengewerkt met fossiele bedrijven moet de universiteit de keuze overlaten aan individuele docenten en onderzoekers. Ze moeten ons geen moreel kompas opleggen’, zo schreven wetenschappers van de technische universiteiten (Wageningen, Twente, Delft) onlangs in de Volkskrant (9-2-2024).

Het wordt daarom tijd dat de politiek zich de strijd om wetenschappelijke onafhankelijkheid gaat aantrekken. De waarde daarvan zou een prominentere plek moeten krijgen in het jaarlijks begrotingsdebat met de minister van OCW.

[1] Zie de Volkskrant dd. 16-12-2023

 

[2] Mirjam de Rijk, Slim verdienen, De Groene Amsterdammer, dd.31-8-2023

 

[3] Spelen met waarden, betalen met gedachten. Boom filosofie.

Ronald van Raak met Erasmus


Provincie: partner of tegenstander?
17apr

Provincie: partner of tegenstander?

  • Nestor

Zijn de overheden elkaars partners of tegenstanders? Dit thema staat centraal op de Voorjaarsvergadering van de VOP op 22 mei 2024 in Apeldoorn.

EU 2024: meer kansen, meer complexiteit, meer conflictstof
17apr

EU 2024: meer kansen, meer complexiteit, meer conflictstof

  • Nestor

De Europese Unie staat voor grote uitdagingen in 2024. Asiel en migratie, de naweeën van COVID, de oorlog in Oekraïne, de Green Deal,...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen