Artikelen

Europees Parlement in ruwer vaarwater

Het Europees Parlement is in een turbulente periode met een fragmentatie en nieuwe machtsverhoudingen. Nationale partijen krijgen steeds meer invloed. Het EP blijft streven naar een geïntegreerde Europese politieke cultuur. Wat zijn de uitdagingen en verandeingen?


Europees Parlement in ruwer vaarwater

 

1.    Een eigen Europese parlementaire traditie in opbouw

All politics is local. Dit geldt zeker ook voor de EU-verkiezingen. Er wordt op nationale partijen gestemd en thema’s worden nationaal gedefinieerd. De opkomstpercentages liggen tientallen procenten lager dan bij nationale verkiezingen. Ongeïnspireerde campagnes flikkeren vooral op, wanneer de gevolgen nationaal worden ingekleurd. Nederland is hiervan een schoolvoorbeeld. 
Vanaf 1979 met de eerste rechtstreekse verkiezingen zijn er de nodige vruchteloze pogingen gedaan om te komen tot geïntegreerde Europese fracties. Het mocht niet baten. Partijvorming en fractiesamenstelling in het EP zijn dus voor buitenstaanders een gecompliceerde puzzel. Het gaat voor de Unie als geheel om een enorm aantal partijen, die zeer verschillend zijn naar oorsprong, cultuur en doelstellingen, ook binnen dezelfde politieke familie. Nationale partijen willen bovendien nog wel eens van de Europese politieke groepering naar de andere schuiven, een schouwspel van schuivende panelen. In weerwil van dit patroon en alle complicaties van dien, heeft het EP consequent en succesvol gehamerd op meer competenties als gevolg waarvan het via Verdragswijzigingen een geduchte partner is geworden van Commissie en Raad. In de driehoeksverhouding tussen Raad, Commissie en EP, de zgn. trialoog, weet het parlement dan ook heel wat binnen te halen. Door permanente interactie voltrekt zich gaandeweg het pad naar volwassenheid.
Het hoofdpunt is dat er dus wel degelijk een eigen Europese parlementaire traditie is ontstaan, waar veel nationale parlementen met jaloezie naar kijken. Het is een mirakel, als je de uiteenlopende status en tradities van de nationale parlementen ziet. In het ene geval is er, zoals in Duitsland, een vast patroon van partijen. In andere landen, zoals in Frankrijk en Italië, groeperen partijen zich bij voorkeur rond persoonlijkheden en is er dus de nodige variatie met als gevolg dat er soms geen peil op is te trekken. Nederland zat in het verleden met zijn min of meer vaste patroon van partijen in de eerste categorie, maar sinds kort breekt met PVV, NSC en BBB (en wat kleinere groeperingen) ook in Nederland het tweede model baan met de nodige onvoorspelbaarheid van dien. Als gevolg van toegenomen onberekenbaarheid van het electoraat en politiek opportunisme en populisme is het politieke patroon door héél Europa heen steeds wispelturiger. 

2.    In zijn werking is het EP consistent en transparant 

Niet minder gevarieerd is de rol van parlementen tegenover regeringen. Zo staat in Frankrijk de Assemblée tegenover machtsconcentratie op het Élysée. Macron omzeilt vaker dan voorheen de Assemblée via lettres exécutives, naar het Amerikaanse model van de executive letters van het Witte Huis. In Centraal-Europa zijn soortgelijke praktijken en autocratische tendensen in opmars. De rechtsstaat vereist extra zorg!  Meerderheidsregeringen zijn regel, maar er zijn ook vaak minderheidskabinetten, vooral in Scandinavië en Bulgarije, wat hun parlementen weer een overwaarde geeft. Tenslotte kent ieder land een eigen verdeling van competenties tussen parlement en kabinet, waar al dan niet strikt de hand aan wordt gehouden. Zo neemt de invloed van het Nederlandse parlement op beleid en uitvoering gestaag toe. Tegenover al deze kleurrijke schakeringen door heel Europa heen functioneert in de Unie zelf een uniform aanvaard model. Dat is misschien voor de buitenstaander moeilijk te doorgronden, maar is dat in zijn werking redelijk transparant en consistent, een niet geringe prestatie. 
De prerogatieven van het EP zijn lang niet altijd een eenvoudige zaak. De Raad waakt zorgvuldig over zijn eigen machtspositie. In wet- en regelgeving is het controlerecht van het EP geleidelijk uitgekristalliseerd. Bij benoemingen was lang een twistpunt, wie uiteindelijk van wie afhankelijk is. Dit conflict spitste zich in 2019 toe op de benoeming van de Commissievoorzitter. De Raad hakte tegenover het EP met de benoeming van Ursula von der Leyen de knoop door, waarmee hij zijn primaat op dit punt bevestigde. Er bestaat echter wel instemmingsrecht van het EP met de benoeming van de individuele commissarissen, een soort investituur. Dit is lang niet altijd een simpele walk-over, het zijn pittige hoorzittingen. In een enkel geval wijst het EP een kandidaat af. Maar de hóófdzaak is, dat alle wet- en regelgeving instemming van het parlement behoeft. Grote delen van overheidsbeleid en alle economische sectoren, en daarmee directe belangen van de burger, worden hierdoor rechtstreeks geraakt. Veel eye-catching politiek, waarover het EP maar beperkte zeggenschap heeft, zoals buitenlandse politiek en defensie, is aan de Raad voorbehouden. Maar de Interne markt, het hart van de Europese integratie, komt weer centraal in de belangstelling te staan. Juist daarin is de invloed van het EP volledig voelbaar. Deze invloed wordt aangewend voor de Europese integratie, voor de democratie en de Europese waarden, voor de burgers en voor onze welvaart. Het EP is dan ook een machtscentrum voor de 25.000 lobbyisten en Ngo's, die in Brussel rondzwermen.

3.    Substantiële winst op de flanken vooral voor rechts en ook voor links 

Het aantal partijen dijt uit. Ook in het EP slaat de fragmentatie toe. De dominantie van de EVP (Europese Volkspartij) en de S&D (Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten) van 50% of meer is voorgoed voorbij. De EVP handhaaft zich ondertussen goed met 186 zetels. Zij heeft een brede waaier van partijen, 54 alleen al in de EU, waaronder veel kleintjes! Nu komen daar, naast CDA en CU, ook NSC en BBB bij. De EVP leeft ook breed in de kandidaatlanden. Het vloeit rechtstreeks voort uit de strategie van Helmut Kohl, gericht op de vorming van een antisocialistisch machtsblok onder één banier. De S&D, met niet meer dan één zusterpartij in vrijwel alle lidstaten, biedt een uniformer beeld. In 2019 hadden EVP en S&D samen nog 336 zetels op een totaal van 707. Dat is door het verlies van de S&D nu gedaald tot 321 zetels op een totaal van 720. De derde grootste groepering was Renew Europe (liberalen, in Nederland VVD en D66), die nu daalt tot 79 zetels. De Groenen, die ongeveer 30% verliezen, slinken tot 53 zetels. In totaal beschikt het zogenaamde constructieve middenblok nu over 453 zetels tegenover 518 in 2019. 
Tegenover het verlies van het midden staat de winst van nationaal/rechts met de Conservatieven en de ID Group. De Conservatives and Reformists kwalificeren zichzelf als centrumrechtse eurosceptische partijen. Hierbij zijn SGP en JA21 aangesloten. Met onder andere de Fratelli d’Italia (Meloni), de Poolse PiS (Kracynski) en de Spaanse Vox vertonen deze een flinke groei óndanks het uittreden van de Britse Tories. Hiernaast is er de rechtsradicale Identity and Democracy Group, waarin zich, de Duitse AfD, Lega Nord (Salvini), de FPÖ (Oostenrijk), PVV, FvD en het Vlaams Belang hebben verzameld. In beide groepen treffen we ook invloedrijke Scandinaviërs aan. Het rechtse blok stijgt gezamenlijk van 118 zetels in 2019 naar 131. Links en extreemlinks met een kleine winst staan de Confederal Group of The European United Left/Nordic Green Left GUE/NGL (in Nederland SP en PvdD). Dan zijn er nog een 45-tal Non-Inscrits, niet-gebonden leden in de categorie sceptici, en tenslotte Orbán met zijn Fidesz als Non-Affiliated, dicht tegen de Conservatives aan. Opmerkelijk is overigens het verlies van Orbán.

4.    Invloed van grote formaties en hun rapporteurs

Het EP is bij gebrek aan wezenlijke constitutionele rechten een gemankeerd parlement. Maar via de trialoog oefent het zijn aanzienlijke invloed uit via een ingewikkeld systeem van rapporteurs per thema. Een belangrijk criterium voor het aanwijzen van een rapporteur is, uit welke politieke groepering hij of zij afkomstig is. Grote politieke groeperingen krijgen meer rapporteurs. De EVP en de S&D staan bovenaan, Renew behoudt zijn derde plaats. Daarom is de getalsverhouding tussen de pro-Europese en de nostalgisch-nationalistische partijen wel degelijk van belang. De nationalisten verzetten zich ondertussen niet alleen tegen meer Europa, maar ze houden evenmin van elkaar, het is inderdaad samen anti-EU, maar ook ieder voor zijn eigen nationale gelijk, zie de clash tussen Le Pen en de AfD! Gezamenlijke punten zijn het bagatelliseren van Oekraïne en nogal pro-Poetin, idealisering van de nationale soevereiniteit, antimigratie, anti-Green Deal/klimaatbeleid en anti-globalisering. De theses van Macron en Orbán als de meest uitgesproken protagonisten in het debat staan lijnrecht tegenover elkaar.

5.    Met welk EP gaat Europa de handschoen oppakken?

De partijen moeten zich nog definitief vormen. Er ligt nog een open uitnodiging van de EVP aan Meloni met de Fratelli, maar ze neigt erg naar Le Pen en de Conservatives. Speelt het lonken van de EVP naar radical right niet het nationalisme in de kaart? De lauwe reacties op de prikkelende pro-Europese visie van Macron zijn evenmin een gunstig voorteken, net zomin als het verlies van Renew en de S&D. Macron verraste iedereen met het uitschrijven van nieuwe verkiezingen, daarmee aantonend dat hoezeer Europese verkiezingen verstrengeld zijn geraakt met nationale verhoudingen. Zo ook in Duitsland, waar de coalitie flink verloor. Net als in Nederland gaven de nationale campagnes niet direct blijk van een levendig besef van evidente geopolitieke spanningen, waarin van Europa zowel economisch-technologisch als politiek en militair een krachtig eigen geluid wordt verwacht. Het nieuwe EP zal mede gaan bepalen, hoe en in hoeverre Brussel de handschoen gaat oppakken om de eigen zaak op orde te krijgen en achterstanden op het wereldtoneel in te lopen. Het gaat dus echt ergens om!
 


Macht en onmacht van de Rechterlijke Macht
03jul

Macht en onmacht van de Rechterlijke Macht

De rechterlijke macht in Nederland: balans tussen macht en onmacht. Hoe worstelen rechters met toenemende werkdruk en veranderende rollen?

03jul

Provincie en gemeente: partner of tegenstander

Verslag Voorjaarsbijeenkomst Apeldoorn             Nederland kent als gedecentraliseerde eenheidsstaat 5 bestuurslagen: de Rijksoverheid...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen