Macht en onmacht van de Rechterlijke Macht
De rechterlijke macht in Nederland: balans tussen macht en onmacht. Hoe worstelen rechters met toenemende werkdruk en veranderende rollen?
Macht en onmacht van de Rechterlijke Macht
Baron de Montesquieu, uitvinder van de Triaspolitica, was voorstander van een onafhankelijke rechtsprekende macht om daarmee despotisme van het Staatshoofd tegen te gaan. Hij zag rechters voor zich, die uit het volk kwamen en tijdelijk voor een zaak werden aangesteld. Van dat idee is in Nederland niets terechtgekomen. Onze eerste koning, Willem I, hield niet van rechters, maar toch heeft de rechterlijke macht in ons staatsbestel een belangrijke positie gekregen. Wij hebben nu rechters die voor het leven benoemd zijn en aan hoge eisen voldoen. De Raad van State, de hoogste rechtspreker inzake overheidsbesluiten, heeft nog steeds het Staatshoofd als voorzitter. Rechters tikken de andere leden van de Triaspolitica, wetgever en uitvoerders, regelmatig op de vingers. Het klimaatbeleid deugt niet, vliegtuigen maken teveel lawaai, wapens mogen niet geleverd, het asielbeleid klopt niet en politici die vinden dat het wel wat minder minder kan moeten zich bij de rechter verantwoorden.
Wat zou Montesquieu van deze ontwikkeling gevonden hebben. Is er niet teveel macht bij onze rechterlijke macht terechtgekomen?
Onmacht
Met 2700 rechters, 10.000 medewerkers, 1.4 miljoen aan uitspraken valt de rechterlijke macht niet te onderschatten. Sinds de jaren negentig is het aantal rechtszaken verdubbeld. Rechters zelf ervaren echter een gevoel van onmacht. Ze moeten hun rug recht houden, terwijl steeds meer lasten op die rug worden geladen. Er is een tekort aan 800 rechters, terwijl het aantal papierwerk producerende advocaten is toegenomen tot 18.000.
‘De rechter wordt gevraagd in te grijpen op terreinen die hij vroeger niet of nauwelijks betrad’, aldus Herman Tjeenk Willink in Het Tij Tegen. De wetgever komt met steeds onuitvoerbaardere wetten, waar de rechter dan weer garen van moet spinnen. De claimcultuur neemt toe, de geïndividualiseerde burger wil steeds vaker zijn recht halen. Ook de toenemende ‘gelaagdheid’ van de regelgeving (nationaal en lokaal, Europees en internationaal) vraagt om actieve rechtsvinding op de rechtbank.
Rechters moeten vanwege veel bezuinigingen onder hoge tijdsdruk productie leveren en worden afgerekend op het aantal afgedane zaken. Dat is ‘bijna sadistisch’ volgens hoogleraar Paul Bovend’Eert en niet bevorderlijk voor de kwaliteit van de uitspraken.
Intussen werkt de rechter over in haar vrije tijd, gaat van zitting naar zitting, van dossier naar dossier. Doet de rechter daarmee eigenlijk wel de juiste dingen?
Dat vroeg Ruth de Bock, advocaat-generaal bij de Hoge Raad, zich af bij de aanvaarding van een bijzonder hoogleraarschap aan de UvA. Die vraag betreft niet alleen de kwaliteit en de tijdsdruk, maar ook de juiste omgang met het schaarse goed rechtspraak. Er zou meer aandacht moeten zijn voor de mensen in de wachtrij, degenen die behoefte hebben aan rechtspraak, maar de weg daarnaartoe niet gevonden hebben. Vanwege die wachtrij kreeg de civiele rechter concurrentie. Tegenwoordig wordt de taak van de civiele of bestuursrechter nogal eens verplaatst naar mediators, arbiters of geschillencommissies. De goede bedoeling daarvan is de rechter te ontlasten, maar wat stelt rechtspraak nog voor als rechterlijke taken worden overgeheveld naar andere organisaties? Oud-minister Klaas de Vries daarover: “de civiele rechter is te vergelijken met de boer die nijver voortploegt en intussen vergeet anderen van zijn erf te jagen” (NJB, 2017). Ruth de Bock hoopt dat rechters daarom assertiever worden. Ze ziet veel aangeslagen zelfvertrouwen bij hen, een matte sfeer en weinig affiniteit met de eigen organisatie.
Het valt dan ook niet mee. Een mislukte ICT-operatie heeft een flinke ravage aangericht. De afschaffing van de populaire RAIO-opleiding voor rechters heeft geleid tot een schrijnend tekort aan rechters. Juristen die overstappen naar de rechterlijke macht worden ongelijk beloond, wat nadelig uitpakt voor sociale advocaten. Gerechtsondersteuners vertrekken steeds eerder wegens ontbrekend loopbaanperspectief. Strafzaken duren langer vanwege de nieuwe positie van slachtoffers die mogen inspreken. Opgelegde celstraffen worden tegenwoordig niet uitgevoerd wegens personeelsgebrek in gevangenissen. Jeugdrechters klagen dat jeugdhulp, Raad voor de Kinderbescherming, jeugdgevangenissen en gemeenten het laten afweten bij de uitvoering van maatregelen. Een rechterlijke zorgmachtiging afgeven gebeurt vaak voor niks, want er is nergens plek in een ggz-kliniek. Daarnaast hebben rechters ook nog eens te maken met bedreigingen uit de criminele wereld.
Recht zoeken
Niet alleen de rechter heeft last van onmacht, ook de burger lijdt eronder. De rechter is tegenwoordig moeilijk te vinden. Dat is in 2013 begonnen met de Herziening van de rechterlijke kaart. Het ging van 19 naar 10 arrondissementsrechtbanken en 24 kantongerechten werden opgeheven. Zeker met het noodlijdend openbaar vervoer in de buitengebieden maakt dit de gang naar de rechter niet eenvoudig. Welke nevenvestiging kies je? Dat blijkt vooral van belang in het familierecht. In Leeuwarden wordt geen kindgesprek gehouden met de ouders, in Assen wel, terwijl beide locaties vallen onder Rechtbank Noord-Nederland.
Rechters verschuilen zich. In ontoegankelijke gebouwen met moeilijke teksten. De ingang van de Hoge Raad is versierd met de vast goed bedoelde, maar onvertaalde spreuk, Ubi judicia deficiunt, incipit bellum. Als je wel weet binnen te komen bij een rechtbank valt het ook niet mee. De zittende magistraten gedragen zich volgens critici als een soort ‘autistische pinguïns’. Meervoudige kamers worden bevolkt door ‘sfinxen’, rechters die de bank moeten vullen, maar geen idee hebben waar het over gaat.
Journalisten merken dat ze niet erg welkom zijn. Falende geluidsinstallaties maken de rechtszaak vaak slecht verstaanbaar. Er is voor hen nauwelijks iets te eten of te drinken. Over aanhangige zaken krijgen ze weinig voorlichting “Dan zit Saskia Belleman van De Telegraaf het weer uit te leggen in een talkshow”, aldus een gepikeerde oud-rechter Frank Wieland.
Hindermacht
De mate van toegankelijkheid is niet los te zien van de interne cultuur. Rechters moeten onafhankelijk zijn en dat maakt hen eigenwijs. Ze doen hun eigen ding, kijken neer op hun leidinggevenden en spreken elkaar niet aan. De hoogste baas ven het OM, oud-rechter Rinus Otten, signaleerde in zijn boek De nieuwe kleren van de Rechter interne rot, stagnatie, klaagcultuur, ijdelheid, luiheid, wereldvreemdheid en arrogantie.
Folkert Jensma van de NRC ergert zich regelmatig aan de rechterlijke organisatie. “Gerechten worden amateuristisch geleid. Leren van elkaar, taken verdelen of concentreren, het gebeurt niet of te weinig.”
De fax is pas in 2022 afgeschaft, het mailsysteem dat ervoor in de plaats kwam ondervindt veel kritiek. Digitalisering en AI beginnen aan een opmars, maar worden door drukke rechters liever op afstand gehouden.
Elke vier jaar komt er een externe visitatiecommissie rondkijken op de rechtbanken. De daaruit voorkomende adviezen gaan vooral over datgene waar de rechters zelf niet erg op zitten te wachten. Het draait altijd weer om de bedrijfsvoering. Externe adviseurs vinden de rechtspraak te versplinterd. Een gemeenschappelijk idee over ‘kwaliteit’ ontbreekt. De landelijke organisatie is een janboel en innovatieve projecten sterven een stille dood. Men mist uniforme werkprocessen en een modern arbeidsmarktbeleid.
Om dat aan te pakken is veel tijd nodig en die hebben rechters niet. Leuk hoor, al die verbetervoorstellen, maar we zijn al avonden en weekenden in eigen tijd bezig om achterstanden weg te werken.
Eigen macht
Rechters, die wel tijd vinden om over vernieuwing na te denken, zijn het in grote lijnen eens over wat er beter kan.
Andere rechtswegen
Veel conflicten komen bij de rechter terecht die daar niet thuishoren. Het gaat dan om gedoe rond huur, incasso, ontslag, bewindvoering, sociale verzekering, reisclaims en letselschade. Die conflicten moeten worden bijgelegd, maar kunnen beter worden opgelost met behulp van een mediator, schuldhulpverlener of psycholoog. Onder de noemer Maatschappelijk Effectieve Rechtspraak ging een waaier aan experimenten van start. Wijkrechters, buurtrechters, huizen van het recht, regelrechters en schuldenrechters zijn nu op veel plekken te vinden.
De minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind heeft budget beschikbaar gesteld voor de instelling van Nabijheidsrechters, een nieuw soort kantonrechters.
Rechters kwamen zelf met de oplossing van de Inloopkamer. Een team van rechters en juridische medewerkers handelde in korte tijd zaken af die te lang waren blijven liggen, vaak via digitale weg.
Het voorstel van het O.M. om eenvoudige strafzaken af te doen via Procesafspraken kan bij een aantal rechtbanken op een warm onthaal rekenen.
Actievere eigen inbreng
Civiele rechters hebben van oudsher een lijdelijke rol. In het strafrecht en bestuursrecht zitten rechters niet alleen te wachten op de inbreng van partijen, maar stellen vragen en doen voorstellen. Dat wil de civiele rechter nu ook bij conflicten tussen bedrijven en burgers, zodat er minnelijke schikking mogelijk is. Sommigen doen het al, vaak tot verbazing van de aanwezige advocaten.
Leren communiceren
In 2018 dienden Tweede Kamerleden een motie in met het verzoek aan de regering in gesprek te gaan met de Raad voor de Rechtspraak om het gebruik van begrijpelijke taal te bevorderen. Die taal gaat steeds beter, maar naar buiten treden met hun verhaal vinden rechters nog moeilijk. Toch zijn er nu een paar die dat wel doen. De ‘onorthodoxe’ Rotterdamse strafrechter Jacco Janssen is te zien in praatprogramma’s, rechter Jos Vink op platform X.
De rechtbank Alkmaar hield onlangs een ‘open dag’, waar bewoners werden uitgenodigd een rechtszaak bij te wonen en het cellencomplex te bekijken. Televisiekijkers kunnen rechters aan het werk zien in de serie Voor de Rechter.
Macht bij de Raad voor de Rechtspraak
Vroeger viel de Rechterlijke Macht onder het Ministerie van Justitie. Dat voelde niet erg onafhankelijk. Daarom is in 2002 de Raad voor de Rechtspraak opgericht, als buffer tussen de rechtspraak en de regering. De Raad is belast met de bedrijfsvoering van de gerechten, bevordering van uniforme rechtstoepassing en de juridische kwaliteit. Helemaal onafhankelijk is de rechtspraak daarmee nog niet, want de leden worden benoemd door de regering. De Tweede Kamer nam begin dit jaar de motie Sneller aan met het verzoek de invloed van de minister te minimaliseren. De Raad benoemt nu namelijk ook de gerechtspresidenten, die daardoor onder ministeriële controle komen. De Tweede Kamer verzocht de regering daarom ook de Raad om te vormen tot een Hoog College van Staat, met een eigen begroting. Zover is het nog niet.
De Raad voor de Rechtspraak probeert de wetgever te weerhouden van het maken van onhandige wetten. Zoals wetten die voorspelbaar veel werk opleveren voor de rechters. Jaarlijks geeft de Raad zo’n 40 à 50 adviezen over wets- en beleidsvoorstellen. Veel van die adviezen verdwijnen in de la, maar soms zoekt de Raad daarmee de pers op. Zoals toen minister Weerwind aankondigde celstraffen niet uit te voeren wegens gebrek aan personeel in de gevangenissen. Dan voel je je als strafrechter in je hemd gezet. De Raad protesteerde in de media tegen deze aanpak, maar gaf daarmee ook aan hoe machteloos de rechterlijke macht is als het om uitvoering van vonnissen gaat.
De andere taken van de Raad vallen niet goed bij de rechters. Bedrijfsvoering, uniformiteit, kwaliteit. Pff…waar bemoeit de Raad zich mee. Rechters zijn toch onafhankelijk? De Raad wordt door hen als een bemoeial ervaren. ‘Haal die Raad van onze rug’, roepen ze regelmatig. Folkert Jensma noemde de voorzitter Henk Naves daarom een ‘tragische figuur’.
Is de Raad inderdaad een machteloos orgaan, dat vooral bezig is het leven van rechters te verpesten? ”Stel Wilders is straks minister van Justitie en keurt bepaalde rechters af, wat doet u dan?” vroeg De Groene Amsterdammer (7-3-2024) aan Dick Schoof, de SG van het ministerie van J&V. “Ondenkbaar”, zei Schoof, “dan krijgt hij meteen gedoe met de Raad voor de Rechtspraak.”
Bij het departement weet de Raad in elk geval respect af te dwingen.
Tegenmacht
Ondanks de interne worstelingen dwingt de rechtspraak in Nederland veel respect af. Uit recent CBS-onderzoek blijkt dat zo’n 80% van de Nederlanders vertrouwen heeft in rechters. Daar zouden onze politici (met 21%) hun vingers bij aflikken.
Strafrechtadvocaat Sander Janssen daarover: “Ik heb steeds vaker het gevoel dat dat de rechtspraak nog een van de weinige plekken is waar nepnieuws, complotten en andere gekte op afstand worden gehouden en waar het nog om de waarheid draait.”
Montesquieu heeft wel iets op gang gezet. Hopelijk weet een nieuwe regering dat te waarderen.
Bronnen
Miek Smilde, Het Spiegelpaleis, uitgave Vereniging voor Rechtspraak, 2023
Herman Tjeenk Willink, Het tij tegen, Prometheus, 2023
Prof.mr. R.H. de Bock, De toekomst van de civiele rechtspraak, Paris, 2017
Th. Groenewald, R.H. de Bock, C.E. du Perron, L. Timmerman, Naar vernieuwing van de rechtspleging, Boom, 2019
Annerie Smolders, Rechtspreken onder politiek druk, De Groene Amsterdammer, 2-2-2023
Www.rechtspraak.nl
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen