Artikelen

In memoriam Ed van Thijn

ED. VAN THIJN (16.8.1934 – 19.12.2021)

In 1967 werd Ed. van Thijn, 32 jaar oud, op de lijst van de PvdA tot lid van de Tweede Kamer gekozen. De landspolitiek wasnog iets voor mannen met langdurige ervaring elders. Anders dan de tegelijk met hem gekozen Hans van Mierlo en Hans Wiegel had Van Thijn echter al tropenjaren achter de rug. Al in 1962 fractievoorzitter van de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad geworden, hoorde hij tot degenen die op ‘Het Huwelijk’ (dat met de rookbom) ten stadhuize verstek lieten gaan. Kort daarna kwam het bouwvakkersoproer van 13 en 14 juni 1966, een paar maanden later gevolgd door Tien over Rood. Bij al die gelegenheden had ‘Ed.’ een belangrijke rol gespeeld. Zo jong als hij was, hij leek geknipt voor een positie in het centrum van de macht. Tot en met 22 maart 2005 (de zogenaamde ‘Nacht van Van Thijn’, toen hij er als senator voor zorgde dat de gekozen burgemeester voorlopig niet doorging) heeft Ed. van Thijn, gehuld in zijn profetenmantel, op en buiten het Binnenhof regelmatig voor vergezichten gezorgd. Die waren vaak groots en meeslepend – al werd het beloofde land zelden betreden.

Als beginnend Kamerlid beet hij zich vast in het zwaarst denkbare onderwerp: de ‘organisatie van de volkswil’. Er moest ruimte komen voor ‘Een stem die telt’ (de titel van een in 1967 onder zijn impulsen verschenen PvdA-rapport). Ondanks bedenkingen van de oude Drees en Joop den Uyl betekende dat onder meer dat de kabinetsformatie op de schop moest. Na een dagenlang debat sneuvelde in februari 1971 echter zelfs het initiatiefontwerp – Van Thijn was eerste ondertekenaar – om tot een gekozen formateur te komen. Ook in zijn eerste termijn als minister liet de zaak hem niet los. Het dichten van dit zwarte gat in onze parlementaire democratie bleef hoog op zijn agenda staan. In 2010 schreef hij er nog De Formatie over. Het mocht allemaal niet baten. Vorig jaar stelde hij vast dat in de kern alles bij het oude was gebleven.

Kort na de nederlaag over de gekozen formateur vond de hoorzitting plaats over de voorgenomen vrijlating van de Drie van Breda. Zijn generatiegenoot Anneke Goudsmit (D66) had de daartoe strekkende motie ingediend, en in het daarop gevolgde debat voerde zijn collega Joop Voogd het woord. De rauwe getuigenissen en wat die loswoelden droegen ertoe bij dat de passie die Van Thijn vanouds voor de politiek had gevoeld een nieuwe dimensie kreeg. Gaandeweg werd zijn inzet minder academisch, persoonlijker. In het in 2012 gepubliceerde Blessuretijd: Dilemma’s van een joods politicus, zou hij erkennen dat die hoorzitting aan het begin had gestaan van de ontdekking van zijn Joodse identiteit.

Ook in Amsterdam had Van Thijn zich sterk gemaakt voor transparantie in het openbaar bestuur. Kort na zijn komst op het Binnenhof bepleitte hij dan ook publicatie van de geheime delen van het rapport-Enschedé – met de documenten die Beatrix en Claus vrijpleitten van de hen toegedichte koppigheid om per se in Amsterdam te willen trouwen. Tevergeefs: niet voor het eerst bleek hij zijn tijd vooruit te zijn geweest. Maar hij gaf niet op. Het leek integendeel of alles wat hij ondernam door wat hij in de Kamer zag en hoorde nieuwe impulsen kreeg. In 1977, tijdens de ‘moeder van alle formaties’ (de poging om een tweede kabinet-Den Uyl te formeren) kwam zijn streven tot een climax. Ineens mocht hij de knoppen bedienen. Had ‘Ed’ zich in de jaren van het kabinet-Den Uyl als voorzitter van de grootste regeringsfractie al doen kennen als een onvervalst dualist (zo moest 1976 ‘Het Jaar van de Waarheid’ worden, waarin het programma van Keerpunt 1974 diende te worden gerealiseerd), in het Dagboek van een Onderhandelaar legde hij er nog een schepje bovenop: het was de entrée van de openhartigheid als strategisch concept. Het boek sloeg in als een bom, en dient politici en politicologen nog altijd als lesmateriaal. Hoewel Van Thijn er altijd bij bleef dat het kabinet Van Agt/Wiegel alleen op het pluche terecht was gekomen doordat Dries van Agt zijn belofte had gebroken had het ook iets sneus: net als Retour Den Haag (1994) was het in feite het verslag van een echec. ‘Het kabinet Den Uyl-II is gekozen. Het hoeft alleen nog geformeerd te worden’, luidden de eerste regels van het dagboek, als een klaroenstoot. Of Van Agt nu wel of niet had gejokt, de schrijver was na maanden van frustratie tenslotte in zijn eigen zwaard gevallen. Dezelfde stelligheid brak hem op bij het vaak verkeerd begrepen ‘polarisatiemodel’. Consequente polarisatie in de politiek, opgevat als het concreet benoemen van tegenstellingen, zou er volgens Van Thijn voor zorgen dat de stemgerechtigden eerder wisten waar ze aan toe waren – met als bijvangst dat ze zich niet of minder snel van ‘de politiek’ zouden afkeren. Dat laatste was volgens hem de grootste bedreiging voor de democratie.   

Ondanks ‘les défauts de ses qualités’ was Van Thijn een gepassioneerd democraat. Dat bleef hij ook in zijn laatste periode als Kamerlid (1978 - 1981) toen hij, met een Kamerfractie van maar liefst 53 zetels (gekozen bij een opkomstpercentage van 83,5 %; wat wàs Nederland links in die tijd!), met frisse tegenzin oppositie moest voeren. Het kabinet Van Agt/Wiegel was er gekomen ‘met verbreking van het slot van de achterdeur’, zoals Den Uyl op 16 januari 1978 zei. Anders dan zijn voorman gaf Van Thijn na afloop van het debat over de regeringsverklaring Van Agt echter wel een hand. Ook dat tekende hem: ze zijn elkaar tot op hoge leeftijd blijven zien.

Het succes van een politicus pleegt te worden afgemeten naar de mate waarin hij gelijk krijgt. Als dat criterium wordt aangehouden kan moeilijk worden gezegd dat Van Thijn als volksvertegenwoordiger succesvol is geweest. Neemt men echter als maatstaf of iemand heeft bijgedragen tot het levend houden van de parlementaire democratie, dan valt de slotsom in zijn geval anders uit. In dat opzicht heeft Ed. van Thijn een conduitestaat opgebouwd die nog altijd staat als een huis.


Voorjaarsbijeenkomst VOP 10 juni 2022
15jun

Voorjaarsbijeenkomst VOP 10 juni 2022

De ongastvrije entree in de Tweede Kamer (geen geldige Rijkspassen meer!) van de ongeveer 50 deelnemers aan de Voorjaarsbijeenkomst...

Een gasland zonder gas uit Groningen
07apr

Een gasland zonder gas uit Groningen

In maart 2018 besloot de Nederlandse regering om de productie uit het Groningen gasveld zo snel mogelijk te stoppen. Verwacht wordt nu...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen